Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Mooivleugel vloog snel, maar de wilde ganzen waren vlak op de hielen, en er was geen hoop meer, dat zij zouden kunnen ontkomen. Op eens zagen zij een beetje witten rook uit de zee opstijgen en het knallen van een schot werd gehoord. In hun ijver hadden ze niet gemerkt, dat ze vlak boven een boot waren gekomen, waarin een eenzamen visscher zat.
Zelf waren ze ook verloofd, maar dat waren gewone grauwe ganzen, en sinds ze Maarten, den ganzerik, hadden gezien, vonden ze die zoo leelijk en onbeschaafd, dat ze niet naar hen wilden kijken. "Daar treur ik me nog dood om," zei Goudoogje. "Als jij het ten minste nog was, die hem kreeg, zuster Mooivleugel."
"Ik zou liever zien, dat hij dood was, dan dat ik er den heelen zomer aan zal moeten denken, dat Donsje een witten ganzerik gekregen heeft," zei Mooivleugel. De zusters bleven toch heel vriendelijk voor Donsje, en op den middag nam Goudoogje Donsje meê, opdat ze kennis zou maken met hem, met wien Goudoogje zou trouwen. "Hij is niet zoo mooi als dien jij krijgt," zei ze.
"Maar ik denk toch, dat het om te beginnen 't verstandigst is, dat we ons zoo blij toonen over haar thuiskomst, als 't ons maar mogelijk is. Ze is zoo dom, dat ze misschien niet eens gemerkt heeft, dat we haar met opzet duwden." Terwijl Mooivleugel en Goudoogje zoo samen praatten, hadden de wilde ganzen op het strand gestaan, en hun veeren in orde gemaakt na den tocht.
En zie je wel, dat ze een witten ganzerik bij zich hebben? Heb je ooit een mooier vogel gezien? Je zoudt hem bijna voor een zwaan houden." Goudoogje gaf haar zuster gelijk, en meende, dat het zeker zeer aanzienlijke vreemdelingen waren, die op het eiland waren gekomen. Maar plotseling viel zij zichzelf in de rede, en riep: "Zuster Mooivleugel, zuster Mooivleugel!
Zie je niet, wie ze bij zich hebben?" Op datzelfde oogenblik kreeg ook Mooivleugel Donsje in het oog, en was zoo verbaasd, dat ze een heele poos met den snavel open bleef staan, en niets kon dan sissen. "'t Is toch niet mogelijk, dat zij het is," zei ze eindelijk. "Hoe is ze bij zulk soort volk gekomen. We meenden immers, dat ze zou doodhongeren op
"Maar ik heb den witten ganzerik al beloofd..." "Wat!" riep Mooivleugel. "Krijg jij dien mooien, witten ganzerik? Dat is toch..." Maar Goudoogje stootte haar hard aan, en ze zweeg. De twee slechte zusters hadden veel om over te praten dien heelen morgen. Ze waren heelemaal buiten zichzelf, dat Donsje zoo'n verloofde had, als de witte ganzerik.
Niemand kan liever en zachter wezen dan de kleine grauwe gans, Donsje. Alle wilde ganzen hielden veel van haar, en de witte ganzerik zou voor haar door het vuur gaan. Als Donsje ergens om vroeg, kon zelfs Akka niet weigeren. Donsje had twee zusters: Mooivleugel en Goudoogje.
"Maar daarentegen weet je ook zeker, wie hij is." "Wat meen je, Goudoogje?" vroeg Donsje. Eerst wilde Goudoogje niet uitleggen, wat ze bedoelde, maar toen kwam het uit, dat Mooivleugel en zij wel eens zouden willen weten, of alles wel in orde was met dien witten ganzerik.
"Vader, Moeder, hier ben ik! Kent u Donsje niet meer?" riep zij. Eerst konden de ouden niet goed begrijpen, wat zij zagen, maar toen herkenden zij hun dochter, en waren natuurlijk verbazend blij. Terwijl nu de wilde ganzen en Maarten, de ganzerik, en Donsje zelf zoo ijverig mogelijk kakelden om te vertellen, hoe Donsje gered was, kwamen Mooivleugel en Goudoogje aanvliegen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek