United States or Hong Kong ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mijn arme broeder!" De vreemdeling, zijne rede vervolgende, sprak: "Want de engel zal eenen steen oprapen, zoo groot als een molensteen. En hij zal hem in de zee smijten en zeggen: Zoo wordt het groot Babylon weggeworpen en nimmermeer teruggevonden."

»Volgens de waarschijnlijkste berekeningen zal de gemiddelde temperatuur der Aarde tot het vriespunt genaderd zijn na 400,000 jaren." »Dat is een molensteen van het hart!" riep Michel Ardan uit. »Zooals gij begont te dreigen, dacht ik, dat wij nauwelijks 50,000 jaar meer te leven hadden." De beide anderen lachten hartelijk om dezen uitval.

Hij wilde uitrusten en ging op den stoel zitten, toen stak hem de speld. Toen werd hij kwaad en gooide zich op zijn bed, maar toen zijn hoofd op het kussen kwam, stak de naald, dat hij het uitschreeuwde, en woedend de wijde wereld in woû loopen. Maar bij de huisdeur liet de molensteen zich naar beneden vallen en sloeg hem dood.

En na middernacht zonk het schip, en sedert dien tijd is er een draaikolk daar, waar de zee door het gat van den molensteen zinkt, en de zee bruist geweldig, terwijl zij daar ronddraait. En daardoor is de zee ook zout geworden. Edda is de naam van het boek, dat Snorri, de zoon van Sturli, in de 13de eeuw voor ijslandsche dichters samenstelde.

Van de verbazing van het oogenblik gebruik makende, snelde de Jezuïet van den steiger, plofte als een molensteen in het water, dook onder voor de op hem geloste schoten en kwam behouden aan de overzijde. "Welnu," zeide Velasco: "gij ziet den heerlijken uitslag van uw onmisbaren aanval!"

De drie overige gevangenen kregen echter dubbele wachten en werden uit den hollen weg naar het vrije veld opgebracht en van dáár, omdat dit toch een weinig droger was, onder den ouden windmolen naar welken de berg zijn naam heeft. Hier zaten zij nu rug tegen rug op een molensteen en redeneerden.

Men bracht haar naar den molen om er den grijzen steen te draaien, en aan geen van beiden gunde de koning rust, en hij was niet tevreden, wanneer hij het dreunend gedaver van den arbeid niet hoorde. Menja zong: Toen hielden de meisjes op met malen, en Venja zeide: "Wij hebben zonder rust gewerkt, nu laten wij den molensteen eens liggen."

Daarna kwam een molensteen, toen een ei, toen een eend, een speld en eindelijk een naald; zij zetten zich allemaal op den wagen en reden mee. Maar toen zij bij het huis van mijnheer Korbes kwamen, was mijnheer Korbes niet thuis.

En met een schop in mijn achterdeel joegen zij mij voorwaarts, naar de molensteenen, die ginds onder afdakken werden rond gedraaid door ezels en misdadigers beiden... Sedert draaide ik den molensteen.... In het lamoen gespannen, draaide ik, geblinddoekt, aan een houten boom den zwaren molensteen steeds rond en rond, onder de zweepstriemen en knuppelslagen van de erbarminglooze opzichters.

Aan de volkspoëzie en wel aan de oudste leugenliederen herinneren ons deze verzen: Want niet bat en can 't getoonen mijn sin, Dan een molensteen ghevloten mach in 't Zwin . Maar aan geen deel van het maatschappelijk leven worden wij door hare beelden en vergelijkingen vaker herinnerd dan aan het ridderwezen. De gansche voorstelling van het zoeken der minne als een strijd gaf daar aanleiding toe.