United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het luidt: "De bordeelhouder, die in het huis, waarin hij zijn bedrijf uitoefent, eene niet tot zijn gezin behoorende vrouw opneemt, zonder haar vooraf, op voor haar verstaanbare wijze in tegenwoordigheid van den burgemeester of van den door dezen aangewezen ambtenaar, op diens bureel te hebben bekend gemaakt met het bedrijf, dat in dat huis wordt uitgeoefend, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 3 maanden of geldboete van ten hoogste 300 gulden". De bedoeling van den Heer van Houten was goed; hij wilde eene strafbepaling in het leven roepen tegen hen, die personen, vooral minderjarige vrouwen, wie de bestemming van het huis onbekend is, in een bordeel lokken.

Na het voorgaande betoog alles resumeerende kom ik tot de volgende conclusie: de handelaars die meerderjarige vrouwen door misleiding aan een ontuchtig leven overleveren, komen nimmer te dier zake voor den strafrechter. Doch waar het minderjarige meisjes geldt, blijven vele hunner daden volgens onze wet ongestraft.

»Al zou ik neen zeggen, waartoe zou het mij baten. Claudine is geen minderjarige, en gij, het blijkt dat gij een rijk man zijt geworden, die nu al doen kan wat hij goedvindt."

Nu moet verder de vraag gesteld worden in hoeverre de placeur etc. medeplichtig kan zijn aan het feit, dat iemand van het opzettelijk teweeg brengen of bevorderen van ontucht door een minderjarige met een derde eene gewoonte maakt. Wat beteekent art. 250 in fine?

Ze liet hem zien dat die belofte, die ze eischten en aannamen van minderjarige kinderen niets anders was dan het vreeselijkste spelen met het ernstigste; dat het niet anders zijn kon absoluut niet anders in aanmerking genomen de eischen, die het ware christendom aan de menschen stelde dan dat de jonge menschen bij troepen het leven ingeleid werden door een grooten leugen heen, erger dan een meineed.

~Verlangen~ duidt aan, dat men iets met zeer sterken aandrang vraagt, maar dat men niet zeker is, of het verlangde zal worden toegestaan: het laat in het midden, of men al dan niet recht op het gevraagde heeft. De minderjarige jongeling ~verlangde~ zijn vaderlijk erfdeel om de wereld in te trekken. Hij ~vergt~ van mij, dat ik dat alles voor niets zal doen.

Het nu vigeerend artikel, dat de koppelarij strafbaar stelt, art. 250 Sw., luidt: Als schuldig aan koppelarij wordt gestraft: met gevangenisstraf van ten hoogste 4 jaren, de vader, moeder, voogd of toeziende voogd, die opzettelijk het plegen van ontucht door zijn minderjarig kind of den onder zijne voogdij of toeziende voogdij staanden minderjarige met een derde teweegbrengt of bevordert;

De staat, waar het meisje zich bevindt, moet op zich nemen in de gevallen, waarin de personen die gezag over de minderjarige hebben het verzoek tot de overheid richten, hun zelf bericht te geven van de plaats en tijd der uitleiding. Nadere afspraken kunnen tusschen de politie en deze personen gemaakt worden.

We vonden haar in een nette kamer, goed gekleed en hoewel ze minstens dertig jaar oud was, zag ze er als een minderjarige uit. Ze kon voor mooi doorgaan en ik bewonderde haar verstand. Ze was niet een van die kokette vrouwen, die door haar geest willen schitteren en vrij zijn in haar manieren, ze scheen zeer bescheiden.

Het oog valt dan vooral op jonge en dus minderjarige meisjes; doch daar de bordeelhouders in deze gevallen onder het bereik der strafwet zouden vallen, worden de middelen wel gevonden om dit kwaad te ontkomen, hetzij men zich van valsche stukken voorziet, hetzij zooals de feiten uit andere landen genoegzaam aangetoond hebben, de politie met de inschrijving belast, oogluikend een en ander door de vingers ziet.