Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
Chauveau en Hélie Faustin geven in hun Théorie du Code Pénal een historische ontwikkeling van de koppelarij, zooals deze nu in het Fransche Code-artikel aan te treffen is. L. 4 § 2 D. De his qui not. infam. Dat er verder nog sprake is van favoriser en faciliter doet tot de zaak niets af.
Art. 201 van het Turksche strafwetboek van 25 Juli 1858 bevat eene strafbepaling tegen de koppelarij; hoe deze luidt is mij niet bekend.
De overweging, dat de blanke slavinnenhandel zonder twijfel een misdrijf tegen de zeden moet worden bij eventueele afzonderlijke strafbaarstelling, verder dat vele gevallen van dien handel wel onder het misdrijf der koppelarij zouden kunnen vallen, brengt er mij toe een nauwkeurig onderzoek in te stellen in de verschillende strafwetten, die nog geen speciale strafbepalingen inhouden tegen den blanke slavinnenhandel, in hoeverre hetzij met of zonder behulp eener extensieve interpretatie de meisjeshandelaar ter zake van koppelarij zou kunnen vervolgd worden.
Strafverzwaring bij aanwending van manoeuvres frauduleuses of bij verleiding van eerbare personen. Bordeelen zijn op straffe verboden. Verder bevatten de artt. 121, 121a, 122, 122a, 122b nog verschillende bepalingen, die deels het begrip koppelarij nader uitwerken, deels omstandigheden bevatten, die de straf verzwaren.
Wanneer wij het begrip der koppelarij in het dagelijksch leven aangeven als het teweegbrengen of bevorderen van de ontucht van derden, die evenwel in deze algemeenheid bijna nergens strafbaar is, dan hebben wij een juiste maatstaf om aan te stippen, in hoeverre in de verschillende kantons de koppelarij gestraft wordt.
Wanneer placeur en bordeelhouder éen en dezelfde persoon zijn, is toepassing van art 180 mogelijk. In de andere gevallen is het de vraag of de placeur voor het begrip "koppelarij" kan gezegd worden der ontucht Vorschub zu leisten durch seine Vermittlung.
In de eerste en voornaamste plaats brengen de bedrijvers van de feiten in gevaar de eerbaarheid der vrouw. Met 't oog op dit rechtsbelang kan men den meisjeshandel plaatsen onder de misdrijven tegen de zeden. Men wil hem dan beschouwen òf als medeplichtigheid aan koppelarij òf als het plegen van koppelarij zelve.
Voordat ik in dezen strijd partij kies, wensch ik aan te geven, dat het zeer waarschijnlijk is, dat bij de overreiking van het eerste ontwerp van het strafwetboek op den 31 Juli 1869 aan den Rijkskanselier in het ontwerpartikel der koppelarij aan geen strafbaarstelling van den meisjeshandel gedacht is.
Verder komen er nog 3 nummers voor om aan te geven de koppelarij gepleegd tegenover personen, tot wie de dader in zekere betrekking staat. De strafbaarstelling van het proxénétisme in art. 228 is binnen zeer enge perken gehouden. De uiterlijke grens is 20 jaar, doch bij koppelarij van meisjes tusschen 16 en 20 jaar is men slechts strafbaar, indien men haar maagdelijken staat kende.
De artt. 998, 999 en 1000 van het strafwetboek van 1866 treffen iedere koppelarij, onafhankelijk van den leeftijd van de beschermde persoon, alhoewel voor personen beneden den leeftijd van 14 jaar speciale beschermingsvoorschriften bestaan. Er is evenwel éen restrictie: de genoemde artikelen treffen alleen het lenocinium, de directe koppelarij. Senaat, dos.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek