Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 november 2025


In het leven dezer mannen, wier bloed sneller door hunne aderen stroomt, is geene plaats voor mijmeren en peinzen over het verleden, over de oude dagen, die sinds lang zijn voorbij gegaan; zij hebben geen tijd om te luisteren naar de wonderzoete fluisterende stem der traditie en der sage, die als muziek in de ooren klinkt, maar ook zoo dikwijls een ontzenuwenden en verzwakkenden invloed uitoefent, en de fiere kracht tot daden in het harte uitdooft.

Eens op 't chapitre van Francis, raakte ik zoo aan 't mijmeren, aan 't fantaseeren, aan 't berekenen der kansen vóór en tegen, dat ik niet meer op of omzag, maar alleen met een gejaagden stap voortliep, nauwelijks wetende dat ik zoo deed, toen ik op eens Francis zelve zag aankomen. Zij kwam reeds van de zijde waar de pachthoeve lag, en zij moest er geweest zijn; zij hield een mandje in de hand.

Zij raakten aan 't mijmeren. Een onbestemde lusteloosheid overviel hen, die gaandeweg een bepaalden vorm aannam, namelijk het pijnigend heimwee. Zelf Finn met de Roode Hand droomde van zijne stoepen en leege vaten. Doch zij schaamden zich over hunne kinderachtigheid, en niemand had den moed zijne gedachten uit te spreken.

Bijna elken namiddag kwam Allard haar bezoeken, en, hing het schoone kopje mat en treurig neer, als eene bloem, die het aan water ontbreekt, het richtte zich op, wanneer het uur naderde, waarop de welbeminde gewoon was te verschijnen. En, sloeg dat uur, 't was uit met mijmeren, en stond zij aan het hek van den hof, in gezelschap van den getrouwen hofhond, en omfladderd door hare duifjes.

Terwijl ik zoo aan het mijmeren ben, verschijnen mijn paard en zijn agoyaat, die het dier geleidt en er ook meestal de eigenaar van is; hij blijft erbij al den tijd, dat de verhuring duurt en brengt het dan naar het punt van vertrek terug.

Ziedaar, wat er soms onder een kornetje schuilt. Willen wij Hanna voort laten mijmeren, voort laten lezen? Harer is een smarte, welke het toch niet in onze magt staat te verzachten. Ook heb ik haar u als jonge vrouw voorgesteld; ook ben ik u nog de vertelling harer vrijerij schuldig. Welaan dan!

Elke ceder strekte tot nest van groote arenden, elke treurwilg verborg onder haar lommer een reiger, die melancholisch op zijn eenen poot stond te mijmeren; overal zag hij raven, eenden, sperwers, wilde ganzen en een groot aantal kraanvogels, die door de Japanners met eerbied worden behandeld en voor hen het zinnebeeld zijn van een lang en gelukkig leven.

En terwijl hij dan in strakke aandachtspanning en rusteloozen ijver zat te schetsen, kwam die stemming waar hij naar verlangd had over hem.... Hij dácht er nu niet aan, hij voelde 't enkel, proefde 't prikkelend genot.... 't Gelukte wel niet heelemaal weer, 't bleef als altijd! maar benaderen, bijna-treffen, nooit volkomen, absoluut..., maar 't was ook nog maar schets, een mooi begin vol hoop; hij moest er zich natuurlijk ook nog dieper-in begeven, lang en veel er over mijmeren, 't wiegen in z'n ziel, er 's nachts mee wakker liggen.... Hij wist nu al dat 't niet gauw áf zou zijn.... Maar dat was niets; het werken was 't genot; daar was 't juist om te doen...; het werk, dat was hét.... Als 't af was zou 't een schilderij zijn, nu was 't leven....

In het leven dezer mannen, wier bloed sneller door hunne aderen stroomt, is geene plaats voor mijmeren en peinzen over het verleden, over de oude dagen, die sinds lang zijn voorbij gegaan; zij hebben geen tijd om te luisteren naar de wonderzoete fluisterende stem der traditie en der sage, die als muziek in de ooren klinkt, maar ook zoo dikwijls een ontzenuwenden en verzwakkenden invloed uitoefent, en de fiere kracht tot daden in het harte uitdooft.

Zoo zat ik te mijmeren, tot er zulke gevaarlijke gedachten bij mij opkwamen, dat ik naar mijn lessenaar snelde en mij ijverig in mijn verhandeling over pathologie verdiepte. Wat was ik? Een arm geneesheer, met een zwak been en nog een zwakker fortuin, dat ik aan zulke dingen zou durven denken? Zij was eene eenheid, een factor, en niets meer!

Woord Van De Dag

t'ie

Anderen Op Zoek