Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
"Wat?" "Hoordet gij dien zucht niet?" "Och loop.... dat's Frycollin, die droomt." "Meent ge?" "Ik ben er zeker van," antwoordde Uncle Prudent. Daarna hernam hij: "Tusschen het oogenblik, waarin wij op weinige passen van de open plek in het park gegrepen zijn geworden, en dat, waarin wij in dit hok gesmeten zijn, zijn hoogstens twee minuten verloopen...." "Ja, hoogstens!" beaamde Phil Evans.
Het Oude Testament lag bijna geheel buiten zijn gezichtskring; voor de eenheid en den organischen voortgang der Godsopenbaring had hij geen oog; zoo meent hij bijv. dat er een zeer groot onderscheid is tusschen "den God der Joden en den God der Christenen".
Het grafgewelf, waarin in de 8ste eeuw het lijk der H. Cecilia werd gevonden, is met myrthen en bloemguirlanden versierd. De vochtige, zwarte wanden zijn er geheel mee bedekt; jubelende stemmen zingen Cecilia's lof, en men meent de heilige te zien, zooals Raphaël haar heeft geschilderd, luisterend naar de engelenkoren.
Die duinen, die zoo nabij schijnen, liggen op grooteren afstand dan men denken zou en eerst als men dicht bij meent te zijn, ontdekt men de vergissing." »Wij willen er het op wagen," antwoordde Wilkinson en zij trokken af.
»Kijk," zegt ze, »dat is een onhebbelijkheid van Tyras, waarop ik niet bedacht ben geweest. Maar 't is de schuld van broer Arie, die hem in der tijd heeft geleerd, om telkens bij het woord »Engelschman" de tanden te laten zien." »Aardig vind ik het niet," meent Marling, terwijl een lichte wolk over zijn voorhoofd gaat.
Maar daarna niet terug te keeren, het gansche jaar niet! Hoe had hij het op zich zelf kunnen verkrijgen, en waarom toch kwelde hij haar met dit afzijn? Was er eenige ernstige reden voor die onthouding, waarom achtte hij haar niet hoog genoeg of niet sterk genoeg om haar die mede te deelen. »Hij meent mij te sparen, en hij martelt mij slechts met die achterhoudendheid!"
Die woorden klonken vertroostend voor den jongeling in wiens binnenste gedurig eene stem sprak: Gij hebt den dood van Toon en zijn makker verhaast. Ja Grietjes woorden verlichtten zijn gemoed, maar ook zij brachten hem tot het levendig bewustzijn, dat de zegen des Allerhoogsten niet rust op de ongeoorloofde middelen, waarmee men een goed doel meent te bereiken.
DR. STOCKMANN. Ik weet wat u zeggen wil. U meent dat het niets meer was dan mijn plicht ... eenvoudig mijn plicht als burger. Ja, natuurlijk; dat weet ik net zoo goed als u. Maar mijn medeburgers, ziet u ... och lieve Heer, die goede menschen houden toch zooveel van mij.... ASLAKSEN. Ja, de burgerij heeft wel veel van u gehouden tot op dezen dag, dokter.
Wel weet ik met zekerheid, dat hij zijn diensten heeft verleend aan drie regeerende huizen van Europa in hoogst belangrijke aangelegenheden." "Maar gij kent hem wel, Watson; hij is zulk een ondoorgrondelijk man, dat ik nooit geheel weet, wat ik van hem moet denken. Meent gij, dat hij veel hoop heeft? Gelooft gij, dat hij verwacht, deze zaak tot een goed einde te zullen brengen?"
Men bemint, glimlacht, schertst, raakt elkander even met de lippen aan, spreekt gemeenzaam, en meent dat het eeuwig duren zal.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek