Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


Inplaats van als een tegenstander, die een medemensch was, een man dien men moreel verantwoordelijk kon stellen, en tot wien men redelijke verzoeken kon richten, zag hij Caterham als iets, ja, als een monsterachtigen rhinoceros, als het ware een beschaafden rhinoceros, voortgekomen uit de wildernis van het democratische leven, een monster welks aanval en verdediging onwederstaanbaar en onoverwinbaar waren.

Wanneer de lezers van hem een anderen indruk krijgen dan dien van een groot, naïef kind, dan heb ik hem niet goed geteekend. Hij was de rechtschapenheid zelf en behalve een paar driftvlaagjes was zijn grootste fout: een beetje te veel goed vertrouwen in zijn geslepen en hardvochtigen medemensch. Die kooplust was voor een groot deel averechtsch handelsgenie.

Tom zag een overvloed van mannen: groote, zwaarlijvige, grove mannen kleine, pieperige, uitgedroogde mannen; en allerlei soort van botte, alledaagsche mannen, die hun medemensch oprapen, gelijk men papiersnippers opraapt, en even onverschillig in het vuur of in eene mand werpen, naarmate het hun gelegen komt; maar hij zag hier geen enkelen St. Clare.

Hy daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem, dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude, en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my eene volkomene voldoening verschaffen konden.

"Dat lieg je, want ik pruim of rook nooit" was 't bescheid. "Dan meschien van de domenees of de pastoor, of van die andere heere voor onze Zedelijke Verbetering, die d'r gevange medemensch nog 's 'n rookgeurtje wouwe gunne...." Maar omdat hij de waarheid niet had willen zeggen, moest ie toen in de strafcel, daar in den kelder; naar de bajen, zoo gezeid.

De lasteraar daarentegen, die zijn medemensch met opzet valsch beschuldigt, wordt met den dood gestraft en dengene, die, wanneer gebleken is, dat het laster was toch nog zegt: "Nou, er zal toch wel ièts van waar zijn!" wordt de tong afgesneden. Ondankbaarheid wordt daar gehouden voor een bewijs van een slecht karakter. Wie zich daaraan schuldig maakt, wordt voor altijd bij iedereen geweerd.

Waartoe had men toch de spraakkunst noodig, daar allen dezelfde taal bezigden en men met het spreken geen ander doel beoogde dan elkaar te verstaan? Wat nut had de redeneerkunst, toen er nooit verschil over tegenstrijdige gevoelens bestond? Wat behoefte gevoelde men aan de redekunst, toen niemand het zijn medemensch nog lastig maakte?

Hy daar op zyne vraag herhalende, zeide ik hem; "dat ik eerbied voor de waarheid had, en dat ik nooit erkennen zoude schuld te hebben, zoo lang myn geweten my zulks niet deedt gevoelen; dat ik onbekwaam was tot zulk eene laagheid voor een medemensch, en nog minder voor hem, dan voor eenig ander". Hy nam my by de hand, verzogt my bedaard te zyn, en verklaarde my: "Dat hy, op alle voorwaarden, vrede met my wilde maken"! maar ik antwoordde hem stellig: "Dat ik naar geen ander vergelyk luisteren wilde, dan het volgende; dat hy zyne misslag in tegenwoordigheid van alle de Officiers erkennen zoude, en dat hy, met eigen handen, uit zyn Dag-register alle de bladen zoude uitscheuren, die mynen goeden naam in verdenking zouden kunnen brengen". Dit geschiedde oogenblikkelyk; men gaf my myne wapenen te rug, en myne zegepraal ging gepaard met alle omstandigheden, die my eene volkomene voldoening verschaffen konden.

Want, men bedriege zich niet, de vruchten der lagere scholen zijn niet bepaald tot het eigenlijk onderwijs alleen: hun voornaamst en meest weldadig uitwerksel is de opvoeding, is de vorming van het hart en de veredeling van den geest. Is het niet in de lagere school dat men den kinderen des volks allereerst een klaar denkbeeld geeft van de plichten jegens God en jegens den medemensch?

Jeanne heeft velen geïmponeerd door haar uiterlijke verschijning, hare woorden en daden, en dat is iets dat kleine zielen een medemensch dikwijls niet vergeven. Maar hen, die haar zagen in hare laatste oogenblikken, moet zij bovenal diep getroffen hebben door haar innige vroomheid, haar verheven gelatenheid, haar waarachtige grootheid.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek