Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 oktober 2025
Zijne aanhangers schaarden zich des te nauwer rondom hem om hem te beschermen, dewijl zij wisten, dat hij onophoudelijk in gevaar zweefde. Niet minder dwaas was een andere staatkundige stap, welken Philips II insgelijks in dienzelfden tijd deed. Hij herinnerde zich, hoezeer de Nederlanders eens het vertrek der landvoogdes Margaretha van Parma betreurd hadden.
Lodewijk toonde hun aan, dat hun voorgeven logenachtig was, en dat de Hertogin aan hare moeder Margaretha, aan de Heeren van Himbercourt en Hugonet en aan Adolf van Kleef, volmacht gegeven had tot het bestuur. Hierdoor werden de Gentenaren zeer verbitterd en beschouwden zich als bedrogen door hun Hertogin.
Voorshands kon Margaretha het ontvangen bevel niet opvolgen, daar de hervorming eensklaps in de Nederlanden eene ongedachte vlucht genomen had. Het volk trotseerde de inquisitie en de plakaten; een groot aantal stoutmoedige predikers waagde het, hoewel door de landvoogdes een prijs op hun hoofd gesteld was, openlijk de leer van Luther en Calvijn te verkondigen.
Deze konden, in weerwil van hun groot aantal, ter nauwernood aan verzet tegen de regeering denken, zoolang het hen aan geschikte, invloedrijke aanvoerders ontbrak. Zoodra Margaretha zich weer eenigszins op haar gemak voelde, schroomde zij niet, haar in tijd van nood gegeven woord te verbreken.
Werkelijk ontving hij de schoone Margaretha met eene koninklijke gastvrijheid, doch nauwelijks was zij vertrokken, of hij maakte zich eensklaps met Barlaimont's hulp van de citadel van Namen meester en nam haren bevelhebber, den heer van Froymont, gevangen. Het garnizoen, dat hij niet vertrouwen kon, verving hij door geheel aan hem verknochte lieden.
Bij zijne afwezigheid werden de Nederlanders eerst door zijne moei MARGARETHA van Oostenrijk, als Gouvernante, en sedert 1530 door zijne zuster MARIA van Hongarije als Landvoogdes bestuurd. Toen KAREL in 1515 Heer van Friesland was geworden, zond hij Graaf FLORIS van Egmond als zijn Stadhouder herwaarts, om bezit van dit land te nemen.
"Ja," zei Fantine, "veertig francs." Zij begon na te denken, en zette zich aan haar werk. Na een kwartieruurs stond zij op en ging naar de trap om Thénardier's brief nog eens over te lezen. Toen zij weder terugkwam, zeide zij tot Margaretha, die naast haar werkte: "Wat is dat toch de gierstkoorts? Weet gij 't?" "Ja," antwoordde de oude vrouw, "'t is een ziekte."
In de abdijkerk te Loosduinen zou begraven geworden zijn Margaretha, dochter van Floris IV, gemalin van den Graaf van Hennenberg, met haar 365 kinderen, welke zij, "t' eenen dragt gebaard zoude hebben". Hoewel enkele oude geschiedschrijvers reeds twijfelden aan de waarheid van het verhaal, en ook Erasmus het als een fabel beschouwde, waren er anderen, die met bewijzen en tegenbewijzen aan de overlevering een schijn van waarheid wilden schenken.
Margaretha bleef op den drempel staan, als versteend door 't gezicht dezer wanorde en riep: Mijn hemel! de kaars is bijna geheel verbrand! wat is er toch gebeurd! Toen zag zij Fantine aan, die haar kaal hoofd naar haar zijde keerde. Fantine scheen sedert den vorigen avond tien jaren ouder. "Mijn God!" riep Margaretha; "wat scheelt u, Fantine?" "Mij scheelt niets," antwoordde Fantine.
Aan Margaretha had hij geschreven, dat de verlangde amnestie onder zekere voorwaarden verleend kon worden en ook de afschaffing van de pauselijke inquisitie kon worden toegestaan, dewijl immers de bisschoppen thans in staat waren om in hunne bisdommen eene bisschoppelijke inquisitie in te voeren en met kracht door te zetten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek