Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 mei 2025


"Alleronbeperktste zal er gestaan hebben," zei de barbier lachend. "Ja, ja, zoo was het vast," zeide Sancho; "en dan kwam verder: "De verwonde, blauwgebeukte en slapelooze kust u de hand, onbekende en ondankbare jonkvrouwe!" en zoo al voort tot aan het slot, dat was: "De uwe tot den dood, Don Quichot van La Mancha, Ridder van de Droevige Figuur."

Maar in welken staat ik ook verkeeren mag, te paard of te voet, vallend of staand, zittend of liggend, overal en te allen tijde zal ik u ten dienst staan en uwer verhevene gemalin als toonbeeld van schoonheid en lieftalligheid mijne hulde in alle nederigheid toebrengen." "Stil, stil, heer ridder van La Mancha!" riep de hertog.

Nog zoo heel, heel lang niet geleden woonde in een dorp van La Mancha, een edelman, gelijk men die heden ten dage in Spanje nog bij de vleet vinden kan. Zijne inkomsten waren slechts matig, en hij had daarvan althans drie vierden tot zijn dagelijksch schraal onderhoud noodig.

Voordat hij wegreed, verzocht Don Quichot hem, zijne broeders weder bijeen te roepen en hun in zijn naam vergiffenis te vragen voor het kwaad, dat hij hun bij vergissing had aangedaan. En Sancho Panza voegde er bij: "En als uwe vrienden weten willen, wie hen zoo deerlijk toegetakeld heeft, zeg hun dan, dat het Don Quichot van La Mancha, de Ridder van de Droevige Figuur, is geweest."

Gauw afgestapt, goede man, en de hokken geopend, zoodat de beestjes naar buiten kunnen komen! Hier midden op het open veld wil ik met hen vechten en hun toonen, wie Don Quichot van La Mancha, de Ridder van de Droevige Figuur, is. Kom af, zeg ik, en voor den dag met de twee, in spijt van al de toovenaars, die ze mij zeker in den weg hebben gezonden."

"Dat doet er niet toe," verklaarde Don Quichot; "ook onder de Haldudo's kunnen ridders zijn, en ik zeg u, als uw heer u niet betaalt, dan zal ik weeromkomen, om hem te tuchtigen. Weet, dat ik de beroemde dolende ridder Don Quichot van La Mancha ben, de verdelger aller boozen, de beschermer der onschuld en de toevlucht der onderdrukten. Ga daarom met uw meester, mijn zoon!

Er was geen wolkje aan de lucht, de zon brandde neêr op de naakte huid van La Mancha. De trein kwam en ging gillend weêr verder, Huerta, geloof ik, voorbij; links moest Argamarilla de Alba liggen, waarvan Cervantes zich zoo genereus den naam niet herinneren wilde bij den opzet van zijn boek. Geen mensch was ingestapt.

Allen schrikten, schoten toe en bevonden, dat de ziel van den armen avonturier zacht en vredig ter eeuwige ruste was ingegaan. Zoo was het uiteinde van Don Quichot van La Mancha. Onder tranen werd hij begraven, en op zijn grafsteen liet Sanson Carrasco het volgend opschrift beitelen: "Hier ligt de dappere, die alles overwinnen kon, behalve den dood.

Voordat de dame hierop antwoorden kon, trad Don Quichot toe en zeide: "Indien uw leed zich van den arm en de kracht eens dolenden ridders eenige hoop op verzachting durft beloven, dan staat hier Don Quichot van La Mancha, over wien gij vrij beschikken kunt, zoo gij zijne diensten verlangt. Laat mij dus zonder verwijl de geschiedenis van uw ongeluk vernemen."

"Waar wilt gij naar toe, en welke legerbenden zijn het, die daar door het bosch trekken?" "Ik ben de Duivel en zoek den dolenden ridder Don Quichot van La Mancha," antwoordde de ruiter met een stem, die allen omstanders door merg en been ging.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek