Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


De andere sloep, waarover de tweede officier, de luitenant Macdonald, het bevel voerde, en waarin zich vijf-en-twintig personen bevonden, had noch masten, noch zeilen. Met behulp van de japon van een der vrouwelijke passagiers, werd een soort van zeil vervaardigd. Maar het ontbrak aan water en aan levensmiddelen; en den 22sten begonnen honger en dorst zich ernstig te doen gevoelen.

Den 8sten wierd myn andere Officier, de heer MACDONALD, ziek: maar hy weigerde my te verlaaten, en naar Devil's Harwar te gaan. Ik heb gezegt, dat wy geen Heelmeester hadden, maar dat ik eenige geneesmiddelen had medegebragt, bestaande in braakmiddelen, ontlast-middelen, en poeders, waar van ik het waar gebruik niet kende.

Toen de voorraad opgedronken was, poogde Macdonald zijn schoenen te drogen bij de vlam van de lamp; daarop gingen wij alle drie onder mijn plaid liggen, om zoo mogelijk wat te rusten. Ongelukkig werd Reynaud geplaagd door eene vreeselijke kiespijn, die er juist niet toe bijdroeg om hem in zijn humeur te brengen en ons een rustigen nacht te verzekeren.

"De Beurnonville en zijn gelijken zijn niets dan intriganten, die met de bondgenooten onder één deken liggen en een tegenomwenteling op het oog hebben," zeide hij ten slotte en begon weder over den tocht naar Parijs te spreken. "Maar als de soldaten dan weigeren te volgen," waagde Macdonald te zeggen. "Dit zou dan de schuld zijn van de heeren hier. Mij zouden ze wèl volgen."

"De 3de Augustus brak aan; Macdonald was niet verschenen, en wij begaven ons dus op weg naar de Vallouise. Ons gezelschap bestond uit drie personen: Reynaud, mijn persoon en een drager, Jean Casimir Giraud, de schoenmaker van La Bessée, de "kleine spijker" bijgenaamd.

Een wegopzichter, Jean Reynaud genaamd, dien zij op hun tocht hadden medegenomen, schreef de mislukking aan het te ver gevorderde saizoen toe. De heer Whymper, den raad van Reynaud volgende, kwam dus in de eerste dagen van Augustus 1861 te La Bessée, een dorp in de vallei der Durance, waar hij tegen den 3den dier maand zijn vriend en landgenoot Macdonald bescheiden had.

Macdonald hakte gaten in het ijs; en ten kwart voor twee uur, drukten wij elkander de hand op den hoogston top van den grooten Pelvoux, nu eindelijk gewonnen. "Het weder was ons voortdurend zoo gunstig mogelijk geweest. Van verre en nabij verhieven zich tallooze spitsen en toppen in de heldere lucht, terwijl geen enkel wolkje het alom stralende licht verduisterde.

Den 30sten, ontmoette ik dien goeden matroos, CHARLES MACDONALD, en dewyl ik dertig kruiken Jamaicasche rhum gekocht had, gaf ik 'er hem eenige van, om hem het geschenk van een ham en van een hond te vergelden; ik voegde 'er een schulp van paerel d'amour by, met zilver beslagen, welke ik hem verzogt tot eene gedachtenis te bewaren.

"Wij behielpen ons voor dien nacht, zoo goed het ging, op een hooizolder; en den volgenden morgen, na met Sémiond afgerekend te hebben, daalden wij de vallei af om Macdonald op te zoeken.

Den 29sten, bevond zig de heer MACDONALD veel zieker; echter ziende dat ik een brief van den Colonel FOURGEOUD ontfing, scheen hy te herleven, het geen wy ook deeden, in de hoop, dat wy uit onze verschrikkelyke gesteldheid verlost zouden worden. Maar hoe smertelyk viel het ons te ontwaaren, dat men ons daar in by aanhoudenheid deed blyven!

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek