Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juni 2025
Nadat wij in zijn gansche uitgestrektheid de vlakte van Méjean doorgetrokken waren, die ongetwijfeld de ellendigste en onvruchtbaarste streek ter wereld is, waar water noch bosch is te zien, en handel noch landbouw wordt uitgeoefend, waar men dorpen noch bewoners vindt, kortom, waar men niet aan het leven wordt herinnerd en voortdurend omringd is door verlaten en eenzame oorden, die slechts bekoorlijkheid bezitten voor hen, welke ze in een rijtuig voorbijsnellen, bereikten wij eindelijk Mende.
Ik hield veel van Mattia toen wij te Mende kwamen; maar toen wij de stad verlieten, hield ik nog veel meer van hem. Niets maakt de vriendschap inniger dan de zekerheid, dat zij wederkeerig is. Geen grooter bewijs voor zijne genegenheid kon Mattia mij geven dan, zooals hij nu gedaan had, het voorstel van Espinassous te weigeren.
Carpoforus hoorde hen, terwijl de dominus, besluiteloos, nog niet wist wat Afer, die de buffels mende, te bevelen. Maar de Jager zei: Dominus, maak een omweg, niet naar de Porta Capena. Rij naar de Porta Asinaria. Van daar bereik je, rechts-af, óok de Via Appia. Ik wensch je gelukkige reis. Ongeluk voor den éen is geluk voor den ander. Vaarwel, jongens.
Ezel, die je was en weêr worden zal, iederen keer, dat je ooit weêr verliefd zal worden op een ander dan mij, op een ander dan mij! riep de harpij. Toen zonk zij in een, op den weg, en huilde naar den hemel op. De regen stroomde. De buffels hijgden. Hoè! Hoè! riep ik... Waar ging ik heen, in de nacht. In de donkere onheilsnacht? Goden van Eleuzis! riep ik. Geleidt mij! Ik mende.
Als de klaver in ronde bundels hoog en vol op de kar gestapeld lag, reden zij van 't veld door de zandstraat, traag naar huis. De oude boer zat op 't snak en mende den os; zijne lange beenen zwemelden nevens 't voorwiel, zijn rug was kromgebogen en zijn groot, donker hoofd woog boven de knieën, met ingetogenen ernst.
Capi had, zooals gewoonlijk, met ons mede willen gaan, maar wij hadden hem in den stal van de herberg vastgelegd, daar wij het niet passend achtten om met een hond dien beroemden musicus uit Mende op te zoeken.
In 't kort, hij was een Zigeuner uit het land van bergen en wonderen; avontuurlijk, maar geen avonturier; een koorddanser wien de meest halsbrekende toeren de liefste waren; een Phaëton die de kar der zon mende, een Icarus met waarlooze vleugels.
Van op zijn akkerland, waar hij ploeg en paarden mende, zag Deeske in de verte het drukke wentelen van de molenwieken, die hem soms grappig voorkwamen als Theofielke's eigen lange, slungelige armen, waarmede hij zijn zondagsvriend naar zich scheen toe te wenken. Zoo voelden zij elkaar slechts van heel verre, gedurende de gansche, lange, zware arbeidsweek.
Hier werd het gesprek gestoord door het stilhouden van een rijtuigje met een paard voor de herberg. Het zag er zeer fatsoenlijk uit, en op de bank zat een welgekleed persoon, die geheel het voorkomen van een gentleman had, terwijl een zwarte knecht het paard mende.
Het inwendige der cella en al het beeldwerk was van wit marmer. Het westelijk fronton bevatte, zoo als ik reeds zeide, de voorstelling van den strijd tusschen de Kentauren en de Lapithen; in het oostelijk gevelveld had Paeonios uit Mende de toebereidselen afgebeeld tot den wedstrijd tusschen Pelops en Oenomaos.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek