Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juli 2025
Ook de meest ontwikkelden van deze dorpshoofden zijn volslagen onbekend met hetgeen dertig mijlen buiten hunne grenzen ligt: eene onwetendheid, die de taak van Livingstone oneindig verzwaarde.
In het Noorden onderzocht de jonge Duveyrier de Sahara en bracht de opperhoofden der Touaregs naar Parijs. Twee expeditiën werden gereed gemaakt die, van het Noorden en van het Westen komende, elkander te Tombuctoe zouden ontmoeten. Ten Zuiden naderde de onvermoeide Livingstone altijd den evenaar, en sedert Maart 1862 trok hij, in gezelschap van Mackenzie de rivier Rovoonia op.
Jong, schoon en rijzig van gestalte, had zij het er blijkbaar op gezet op den blanken man indruk te maken, want zij had zich in al haar koninklijk prachtgewaad uitgedost, en hield eene groote lans in de hand. Maar hare onverwachte verschijning en haar wonderlijke opschik deden Livingstone in een luid gelach uitbarsten, waardoor de gehoopte uitwerking verloren ging.
David Livingstone stierf in het zwarte werelddeel den 1en Mei 1873, in den ouderdom van zestig jaar. In 1874 werd zijn lijk naar Londen overgebracht en in de Westminster-abdij, de rustplaats van talrijke beroemde mannen, bijgezet.
Toen dit middel niet hielp, trachtten zij de inboorlingen tegen den doctor op te zetten, en verspreidden het gerucht dat hij over geheime krachten beschikken kon en een toovenaar was. Deze beschuldiging was een zeer bedenkelijken aard, en kon ernstige gevolgen hebben: Livingstone besloot daarom, zonder verwijl de cipayers terug te zenden.
Livingstone verliet Zanzibar in Maart 1866; den 7den der volgende maand vertrok hij van de baai van Mikindiny, om het binnenland van Afrika te gaan bezoeken. Zijn gevolg bestond uit twaalf cipayers, negen Anjoehanneezen, zeven vrijgelatenen, en twee inboorlingen van de oevers van den Zambese. Verder behoorden tot de karavaan zes kameelen, drie buffels, twee muilezels en drie ezels.
"Nu zult ge wel willen weten, zeide ik, waarom ik eigenlijk hier ben." "Ja, gaarne," antwoordde hij. "Wel nu schrik niet, doctor ik zocht u op." "Mij?" "Ja u. Kent gij de New-York Herald?" En nu vertelde ik hem welke zending mij was opgedragen. "Ik ben den heer Bennett zeer dankbaar," zeide Livingstone; "ik ben er waarlijk trotsch op, dat gij, Amerikanen, zooveel belang in mij stelt."
Zoodra Stanley bij hem binnenkwam, vroeg hij: "Mijnheer, weet gij ook, waar zich op 't oogenblik Livingstone bevindt?" "Mijnheer," antwoordde Stanley, "ik heb daar niet het flauwste denkbeeld van." "Welnu, ga hem dan zoeken. Neem vooreerst duizend pond sterling op. Zijn die verbruikt, neem er dan weer duizend.
Bijna tien jaren bracht Livingstone onder het volk der Betschuanen, en wel het meest te Kolobeng door, ten noorden van Kuruman, bij de Bakuena, waar hij geheel en al met de taal, de zeden en gewoonten der Betschuanen op de hoogte kwam.
In het begin van Augustus kwam de karavaan bij Mponda, die dicht bij de Nyassa woonde. Wederom waren twee mannen gedeserteerd. Zij trok daarop naar den oever van het meer, naar een dorp, aan welks hoofd een Babisa stond. Daar ontmoette Livingstone een arabischen mulat, die van den westelijken oever kwam, en verhaalde dat hij door eene bende van Mazitoes was aangevallen en uitgeplunderd geworden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek