Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Livingstone verliet Zanzibar in Maart 1866; den 7den der volgende maand vertrok hij van de baai van Mikindiny, om het binnenland van Afrika te gaan bezoeken. Zijn gevolg bestond uit twaalf cipayers, negen Anjoehanneezen, zeven vrijgelatenen, en twee inboorlingen van de oevers van den Zambese. Verder behoorden tot de karavaan zes kameelen, drie buffels, twee muilezels en drie ezels.
Het waren deze Anjoehanneezen, die na hunne terugkomst te Zanzibar het gerucht verspreidden van Livingstone's dood, om daardoor hunne desertie te verontschuldigen.
Moeza, de aanvoerder der Anjoehanneezen, wist zeergoed dat er van deze zoogenaamde bende niets te duchten was; bovendien verklaarde het dorpshoofd en Livingstone beiden, dat het gansche verhaal van dien aanval een fabeltje was. Toch greep Moeza dit als een voorwendsel aan, om met al zijne lieden te kunnen vertrekken.
De dragers konden hier met eenige moeite nog voortkomen; maar de kameelen konden geen stap doen, wanneer niet eerst de baan met de bijl was geopend. Deze manier van reizen, op zich zelf reeds tamelijk langzaam, werd dit nog te meer omdat de cipayers en de Anjoehanneezen telkens stilhielden en weigerden een hand uit te steken.
In dit vlek, waar Livingstone in Maart 1869 aankwam, schreef hij de brieven, die het gerucht van zijn dood, door de Anjoehanneezen zijner eerste karavaan verspreid, logenstraften. De doctor bracht drie maanden te Oedsjidsji door.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek