United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


De waarnemingen, die ik zelf aan een gevangen Wolmuis heb kunnen doen, leverden uitkomsten op, welke met de mededeelingen van Bennett overeenstemmen. Aan mijn gevangene merkte ik echter op, dat zij meer nachtdier dan dagdier is. Wel was zij ook over dag wakker, maar alleen, als zij gestoord werd.

In waarheid, ik heb Livingstone gevonden en ben in zijn huis. Wat zullen wij nu doen? Ik zal hem mededeelen wie mij gezonden heeft, en waarom ik gekomen ben; want dat weet hij nog niet. Dan zal ik hem verzoeken, aan den heer Bennett te schrijven, al was het maar alleen om te bewijzen, dat ik hem ontmoet heb. Zal hij dat doen? Waarom niet?

Volgens Bennett, hoort men dit zonderlinge, hortende gelach, dat zacht begint en allengs hooger en luider wordt, dikwijls in alle deelen van de kolonie. Het weerklinkt in de schemering en bij zonsondergang en is als 't ware een avondgroet voor allen, die het als zoodanig willen opvatten.

"De aardige, liefkoozende wijze, waarop hij zijne lange armen om mijn hals, en zijn kop aan mijn borst legde, terwijl hij een tevreden gebrom liet hooren, zou iedereen bekoord hebben." Ook Bennett oordeelt gunstiger. De Siamang, dien hij naar Europa trachtte over te brengen, verwierf zich in korten tijd de genegenheid van al zijne menschelijke reisgezellen.

Volgens een mededeeling van Von Rozenberg betaalde de gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië, Sloet van de Beele, voor twee volwassen mannetjes de som van 150 gulden. Deze Vogels werden door Von Rozenberg zelf van Makasser naar Java overgebracht. Bennett zag een gevangen Tsiankar in China, die 9 jaren lang in de kooi geleefd had.

Na hem zijn in de laatste jaren belangrijke berichten over het leven van deze geheimzinnige Vogels gegeven door Bennett, Wallace en Von Rosenberg. De snavel is bij de verschillende soorten ongelijk van lengte, recht of gebogen, aan den wortel niet, zooals bij de Raven, met borstels bedekt: de neusgaten liggen dus vrij.

Men heeft zijn stem dikwijls met het gebalk van een Ezel vergeleken; Tschudi noemt dit een noodelooze overdrijving en spreekt van een luid, hoogst onaangenaam gekrijsch; volgens Bennett gelijkt het op het geschreeuw van een Zwaan.

Een goede opmerker, Bennett, bezat een levenden Siamang, en zag, dat deze, als hij door de een of andere oorzaak opgewonden was, telkens de lippen bij wijze van een trechter vooruitstak, daarna lucht in de keelzakken blies, en nu er op loskraaide, ongeveer als een Kalkoen. Hij schreeuwde zoowel als hij in vroolijke, als wanneer hij in toornige stemming verkeerde.

Welk een succes voor den correspondent van den New-York-Herald en voor het nommer, waarin het verslag zou gedrukt staan, indien het ooit aan het adres mocht terecht komen van zijn directeur, den bekenden John Bennett!

Aan E. T. Bennett danken wij de eerste goede beschrijving van dit werkelijk zonderlinge dier, dat nog lang na zijn ontdekking deskundigen en leeken in verbazing bracht. Zijne gestalte en levenswijze schenen zoo vreemdsoortig, dat Bennett uitsluitend met het doel om dit dier te leeren kennen, een reis naar Australië deed.