Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Het heugt mij, een' vijftigjarigen Correspondent te hebben zien beven van verkropte gramschap, toen een lafbek van een' Associé de pen haalde door een' vier zijdjes langen brief, en echter ging de man naar zijnen lessenaar terug en schreef eenen anderen.
"Wat! moest ik als een lafbek zijn blijven staan kijken, hoe kwalijk zij haar kind behandelde! neen! al moest ik er een jaar voor zitten op water en brood, en ik zag het haar weer doen, ik zou evenzoo handelen als ik gedaan heb." Deze belijdenis legde Joan af met de armen over elkaar geslagen, de tanden stijf gesloten, de onderlip opgetrokken en met het hoofd knikkende.
Hoe dikwijls zij er heen ging, weet ik niet, doch op zekeren dag volgde ik haar, en juist toen ik binnenkwam, ontsnapte Fairbaim over den tuinmuur, lafbek die hij was. Ik zwoer mijn vrouw, haar te zullen vermoorden, als ik haar weer in zijn gezelschap aantrof en nam haar mee naar huis, snikkende en bevende en wit als een stuk papier.
"Gekend?" herhaalde Botbergen: "ja, een weinig, schoon het geen eer was hem te kennen!" De Baron zag zijn gast verwonderd aan, zette zijn roemer neder en vroeg met bevreemding, wat door deze uitdrukking gemeend werd. "Wel!" vervolgde Elbert: "Ik had geen omgang met hem, omdat hij een liederlijke knaap was, een dronkaard, een lafbek, een valsche dobbelaar...."
En daarom hield Babette hem een kleine boetpredikatie, waarin zij zelf schik had en die haar zeer goed afging, doch op één punt had Rudy gelijk: de neef der petemoei van Babette was een lafbek; zij wilde het boek verbranden, dat hij haar gegeven had, en zij wilde niet het minste bezitten, dat haar aan hem kon herinneren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek