Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Zoo bleef hij twaalf uren, de twaalf uren van een langen winternacht, verstijfd van koude, zonder het hoofd op te richten, zonder te spreken. Hij was onbewegelijk als een lijk, terwijl zijn geest langs de aarde kroop en opvloog, nu als de hydra dan als de arend.
Een minuut of wat daarna werd de voorsteven van het schuitje door de golven, die de boot deed ontstaan, omhooggeheven en de reis nam een aanvang. Tom was zeer in zijn schik, dat hij nog juist bijtijds was gekomen: immers hij wist, dat de boot dien dag voor de laatste maal dienst deed. Na tien of twaalf minuten stopte de boot, waarop Tom overboord stapte en in de duisternis naar den oever kroop.
Recht op ons af echter kroop een witte streep over het water als stof op den grooten weg, wanneer het lang droog is geweest. Wij hoorden het doffe geluid al sterker en sterker, en mijn schip begon te kraken en te zuchten, of het zijn lot voorzag.
Het gegiegel, dat in het vertrek vernomen werd, scheen den jongen verlegen te maken, doch in werkelijkheid verbijsterde hem de aanmoediging van zijn blonden afgod en het met smart vermengd genoegen, dat hij aan zijn gelukkig gesternte te danken had. Hij ging op den hoek van de bank zitten, en het meisje kroop zoo ver mogelijk van hem af.
Dan weêr verduisterde de zon, wolken schoven aan en weken. In snelle overgangen werd alles grijs en alles weder glansend. Ten laatste bleef alleen de glans over. Het was een voorjaars-middag. Het lage witte hek van een buiten, in de verte als een recht-opstaande streep bevroren sneeuw, kroop nader.
De rafters begaven zich naar binnen in het blokhuis, waar zij niet bespied konden worden; maar de Missouriër kroop met den Tonkawa-hoofdman een goed eind weegs ver over den grond voort; toen eerst richtten zij zich op om langs de rivier naar beneden te gaan en zoo mogelijk de tramps te beluisteren.
Ik hurkte neer tusschen de struiken van de andere zijde en kroop van den eenen naar den anderen struik getuige de schandelijke toestand van de knieën mijner broek tot ik het groepje rhododendrons juist tegenover het raam van uw slaapkamer had bereikt. Daar hurkte ik neer en wachtte af, wat er verder zou gebeuren.
Daar zeide men tot mij: "Ga heen!" Niemand wilde met mij te doen hebben. Ik ging naar de gevangenis, de portier wilde mij de deur niet openen. Ik kroop in een hondenhok. De hond beet en verjoeg mij, als ware hij een mensch geweest. Hij scheen te weten, wie ik was. Toen ging ik naar het veld, om onder den blooten hemel te slapen. Er was geen ster te zien.
Langzaam ging hij voort; want eerst met het vallen der duisternis moest hij aan de schansen terug zijn. Het was werkelijk bereids halfelf toen hij die naderde, en even behoedzaam als te voren langs sloop. Gelijk een slang kroop hij langs den grond om niet ontdekt te worden, en wederom een tijd lang met hetzelfde goede gevolg als den vorigen avond.
«Is het hier niet allerprachtigst?» vroeg een der kleine insecten, die met hun roode, sterke, met zwarte stipjes bezaaide vlerkjes daarin rondvlogen. «Wat is het hier heerlijk, wat is het hier schoon!» «Ik ben het beter gewend,» zei de mestkever. «Noem je het hier mooi. Er is niet eens een mesthoop?» Daarop ging hij verder onder de schaduw van een groote violier: daar kroop een rups.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek