Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juli 2025
Een enkele blik van zijn doordringende oogen was voldoende om hun het bewijs te leveren, dat hij gewoon was, het gevaar te verachten, en dat hij de behendigheid had om desnoods de slagen af te weren, die men hem toebracht. "En toch moet ik er naar toe," zeide hij na eenige oogenblikken, "en wel regelrecht en langs den korsten weg." "Regelrecht naar Tsjigirine?" antwoordde Andry Kroek.
"Anderen," zei Andry Kroek, hem in de rede vallende, "anderen zijn ongerust. Zij vinden, dat alles wat te overijld in z'n werk gaat, en ik geloof, dat zij gelijk hebben." En zich tot Maroessia wendend zei hij: "Ik had beloofd, je in het schuitje een sprookje te vertellen. Belofte maakt schuld.
Vorosjilo en Kroek waren hier gekomen, om ossen van mij te koopen, zij hebben misschien wat te veel gedronken, zij snorken, terwijl zij op mij wachten... Het is er maar om te doen, tijd te winnen." Zich vervolgens tot den afgezant van de Setsj wendende, zei hij: "Alleen het voorgedeelte van het huis is bezet; het keukenraam komt in den tuin uit. Volg mij!"
Met een tweeden schop had hij Kroek overeind doen komen, die als slaapdronken scheen en zijn verwonderde oogen beurtelings opendeed en weer sloot. Het scheen, dat Vorosjilo, die op dezelfde wijze wakker gemaakt was, niet wist, wat hij van de zaak moest denken, zoo keek hij zijn aanvallers aan.
Het waren de mannen, die zij in het huis van haar vader door de soldaten had zien slaan en knevelen: Semene Vorosjilo en Andry Kroek. God zij geloofd! Zij hadden dus weten te ontsnappen. De boot lag spoedig daarna aan. De kozakken namen hun mutsen voor de aangekomenen af en zeiden: "Goed geluk en gezondheid!" "Goed geluk en gezondheid!" antwoordden de groote vriend en de oude Kniesj.
Haar lippen waren een beetje bleek, maar haar gezicht was kalm. "Vorosjilo en Kroek," zeide Danilo, "jullie moeten slapen. Mijn vrouw en mijn dochter zijn met naaiwerk bezig; ik ben niet thuis. Ik ben op bezoek bij een vriend.
Nu eens was Semene Vorosjilo de eerste, die kwam, dan weer Andry Kroek, of ook hoorde men reeds in de verte de heldere en welluidende stem van Hanna, die zoo hartelijk kon lachen, of zag men het kleine schuitje van Wassiel Grime aanleggen.
De aanvoerders zelf hadden moeite om een vroolijk gezicht te zetten. Men keek elkander meer aan, dan men met elkaar sprak. Het was duidelijk te zien, dat allen onder dezelfde zorgen gedrukt gingen. Van tijd tot tijd richtte men enkele vragen tot Andry Kroek: "Waren de muren van Tsjigirine stevig genoeg om een aanval te weerstaan? Was er op de verdedigers wel staat te maken?
"Begrijp je 't, Andry Kroek? En zullen je vrienden, die vinden, dat ik te overijld te werk gegaan ben, als je hun mijn sprookje verteld hebt, nog denken, dat zij er beter aan zouden gedaan hebben, een ander in plaats van mij tot boodschapper te kiezen, in mijn plaats een kreeft te zenden?" Andry Kroek krabde zich achter de ooren en keek op zijn neus. Vorosjilo klopte hem op den schouder.
"Wij, kozakken van de Setsj," zeide hij eindelijk, "wij zijn noch voor de Moscoviten, noch voor de Polen. Wij zijn voor de Ukrainiërs. Jullie begrijpen dus wel, dat ik naar Tsjigirine mòet. Van jullie beide opperhoofden heeft de een zich verkocht, naar men zegt ... maar de ander?" "De ander, de hetman Petro Dorosjenko," zeide Kroek, "is een eerlijk man." "Dat weet ik," zei de afgezant.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek