Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


En ginder over de Nethe, in de mauve-donkerte, vlamde een roode slingerslang langsheen den horizon, en dof rommelde achter de wolken een aarzelende donder de wereld rond. Uit de verre hoevekens kwam licht pinken van gewijde keersen. Langs drie kanten, hooger in de lucht nu, vlamde de weerlicht, donderbommen kraakten los, en grolden en dommelden dat de aarde erbij schudde en beefde.

Piet van Dril keek hem een poosje peinzend aan, en krabde zich in gedachten achter het oor. Eindelijk gaf hij Jan een geduchten klap op diens smalle schoudertje, zoodat de beentjes ervan haast kraakten, en zeide: "Dat heb je al wonder knap bedacht, Jan. Wonder knap, zeg ik! Je kon wel ingenieur of zoo iets worden. Maar hoe moet je aan zoo'n wiel met een handvat komen? Ik heb er geen."

Luistert! riep Selam op eens, en hij hield zijnen ezel in. Het geheele gezelschap hield stil, en nu hoorde men uit het dichte kreupelbosch opeens een vervaarlijk geknor en gegil, dat hoe langer hoe duidelijker werd. De takken kraakten, de struiken schudden en sidderden, en eenige oogenblikken daarna brak een troep van een twintig zwijnen door het hout en stak dwars den weg over.

Met vermetele kracht wierp hij het spit naar beneden, en riep met forsche stem: "Wit wit wit Hier komt een ijzeren spit." Woest ijlde Bles den berg af. Uit den kuil steeg de witte wive, haar klauwen uitgespreid, den mond wijdgeopend en onmiddellijk was ze achter den ruiter. De stormwind stak op en sloeg het graan naar beneden; de takken der boomen kraakten.

Gelukkig kon hij zwemmen als een eend; hij zwom dus om het kasteel heen, tot aan een klein deurtje, bewaakt door twee stevige kerels, en sloeg hun hoofden tegen elkander, zoodat ze kraakten als notendoppen; toen trapte hij met eene kleine inspanning van zijn verwonderlijke kracht de deur in, ging een trap op, bedekt met een voet dik stof, padden zoo groot als een vuist, en spinnen, waarvan u het op de zenuwen zou krijgen, juffrouw March.

Jozef zat op de kleine kanapee, die tegen den wand stond. Zijn cylinder-hoed stond naast hem op het karpet met de lichtrood zijden voering naar boven. Zijn overjas hing open; zijn ellebogen stonden op zijn knieën; zijn donkerbruine glacé-handschoenen kraakten sisten tegen mekaâr; zoo krachtig poogde hij zijn handen te vouwen. Zijn hoofd hield hij gebogen, zijn oogen neêr.

Hij was er nog niet klaar mee, toen hij zich verbeeldde een noodkreet te hooren. Hij vloog den stal uit, het erf op, en zag licht in de slaapkamer. Dat licht verdween, en kwam dadelijk weer te voorschijn in het kamertje van den knecht. Daar deed zich een verschrikkelijk leven hooren; de knecht schreeuwde om hulp, en er kraakten meubelen.

De oude voeten konden anders zoo vlug trippelen; nu kwamen zij haast niet van steê; langzaam stap voor stap ging het; de trappen kraakten onder haar zware voetstappen en hare handen hielden zich zoo stijf aan de leuning vast nu verdween zij uit het gezicht, en Liesje hoorde haar slepende schreden in de gang, en nu dat was de deur der huiskamer; nu stond zij voor vader en moeder.

Kom, Vinie, we zijn weg, en houdend dat de teugels kraakten om zijn peerd te bedwingen, wierp hij een handgroet naar de dochters die nevenseen onder malkaars armen, 't spel van den schoonen ruiter stonden na te zien. Hij merkte hoe ze hem beiden met 't zelfde inzicht om ter vriendelijkst den groet weerjeunden.

De dorre bladreuk leefde op en er was een zeer gemoedelijke stilte op het land; alleen de grijsgele bladeren ritselden, kraakten en ruischten onder en over Pallieters voeten. Een koe loeide naar haren stal, een blad viel op Pallieters hand en in de donkere Begijnenbosschen galmde nog, weemoedig en traag, een eenzame jagershoren.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek