Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


De ballon werd aan lange koorden vastgebonden en opgelaten met Pilâtre de Rozier als passagier. Deze was opgetogen van vreugde en toonde zich een handig luchtreiziger.

Beide stelsels verduidelijkt hij door een teekenend beeld: De teugel door den gouverneur-generaal vastgehouden, die onderverdeeld is in lijnen en koorden, die ten laatste elk individu bereiken en in toom houden, is het beeld van het gezag.

Wanneer het weefzel van de hangmat afgemaakt is, maken zy 'er koorden aan vast, om dezelve te kunnen ophangen, waar het hun gelieft. De Indianen besmeeren hunne hangmatten dikwils met Roucou, gemengd met eenige harst, of met balsem van Copaïva, of zelfs met oly. Zy schilderen daar op allerleye zoorten van loofwerk, met eene wonderbaarlyke geëvenredigdheid.

Voortgaande, ontmoette hij Hendrik Marischal, schooier, die in de kasselrij West-Ieperen gehangen was geweest; rond den hals toonde hij nog het merk van de koorden.

Zij is 't, antwoordde Lamme, zij is 't, mijne vrouw, daar in die sloep, welke de vlieboot omvaart; ja, om de vlieboot, van welke die zangen en die vedeltonen kwamen. Nele was ook op het dek geklommen. Snijd de koorden door, mijne vriendin, zei Lamme. Ziet gij niet, dat mijne wond genezen is? Heur zachte hand heeft ze verbonden; zij, ja, zij. Ziet gij ze rechtstaan in de sloep? Hoort gij?

De promenaden der stad, een zeer sierlijke en goed beplante aanleg, waren over een gedeelte afgezet met koorden, en om de afgezette ruimte, waar een uitstekend orkest speelde, te betreden, betaalde men 10 cents. Die avond aan het meer was uiterst genotvol. Ik genoot op eene bank vlak aan het water van de muziek.

Misschien wel: want in geheel Japan en bij al de verschillende sekten, zoo talrijk in dat land, vindt men dit gebruik terug van strooken papier, die aan de wanden der tempels en aan de posten der huisdeuren worden vastgemaakt; ook de koorden van gevlochten stroo, die nabij sommige heilige plaatsen en ook wel, bij godsdienstige feesten, in de straten worden gespannen, zijn met reepen papier getooid.

Het waren houthakkers, zij hadden bijlen in de hand en koorden om de middels gesnoerd. En zij praatten luid en ontevreden, terwijl zij naar hun werk gingen: ik begreep dadelijk, dat zij slaven van Menedemus waren en dat zij vloekten tegen hunne opzichters, om den zoo zwaren arbeid. En terwijl ik nog stond, vertwijfeld en somber, riep een der mannen: Maar kijk, daar staat een ezel!

Vijf honderd timmerlieden en wagenmakers hadden intusschen een wagen in elkaar gezet, die zoo lang was als ik, en op twee en twintig wielen liep. Nadat er tachtig palen ingeheid waren wond men mij even zoovele koorden om mijn hals, mijn buik, mijn borst, en mijn beenen en toen heschen zij mij op.

Hij reed tot omtrent het schavot en zag het meideken druk bezig met Uilenspiegel's koorden door te snijden, terwijl de beul het heur wilde beletten, zeggende: Als gij ze doorsnijdt, wie zal ze betalen? Maar het meideken luisterde niet. Als hij heur zoo vlug en ijverig en liefdevol bezig zag, was hij verteederd. Wie zijt gij? vroeg hij.