Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 september 2025


De oorsprong der geslachtsnamen Brooshooft en Kluifhoofd is minder duidelik. Zou Kluifhoofd niet in de plaats staan van Kloofhoofd? Kluiven, kluifjes toch zijn gekloofde beenderen. En Brooshooft kan een bynaam zijn geweest voor iemand wiens schedelbeenderen, door eene ziekelike aandoening, byzonder broos waren, zoodat zy, ook by geringe aanleiding, lichtelik braken.

Een groote Hond, die des morgens met zijn meester was aangekomen en op de beenderen, die over den grond verstrooid lagen, evenveel recht meende te hebben als de heb- en heerschzuchtige Pepervreter, begon bedaard te kluiven, zonder vooraf te informeeren, of deze stukken ook van de gading waren van den Vogel, die in de nabijheid zat.

Beiden, menschen ende Goden, Haast vernamen, door dees boden, Wat kwale hen overviel, Tot beroering van hun ziel; Maar eer zij konden ontvluchten Dezen schutter, 't pijnlijk zuchten, Werden zij, in korter stond, Van zijn pijlen wreed doorwond; Gelijk 't nachtegaaltjen jeugdig, 't Welk, in 't kwinkeleeren vreugdig, Onverziens zich vindt bezet In des vooglaars listig net, Alzoo dees vrijen, in orden , Moesten Liefdes slaven worden; Jupiter , uit den Olimp, Die voormaals, met spot en schimp, Dezen jager ging begekken, Moest nu Liefdes keten trekken; Apollo, en Pluto rijk , Mercurius, vol praktijk , 't Moest al onder zijn juk buigen: Mars moest Venus borsten zuigen, Niet de rechter borst vol wijn, Maar de slinke vol venijn; Lyaeus , voor zijn zoete druiven, Moest van Liefdes spijze kluiven; 't Kind hield d' overhand in 't perk Over menschen, Goden sterk, Ving en schoot stadig vol kwalen, 't Waar te lange om verhalen; En, gelijk 't vermoeide hert, 't Welk in strikken is verward, En 's jagers list is beproevig , Schreyet bittre tranen droevig, Alzoo ook met tranen elk Moest vervullen Venus' kelk; Deze schutter, naar zijn wenschen, Trefte Goden ende menschen.

Snepvangers verschrok, liet het kippen boutje, waaraan hij zoo blijhartig te kluiven zat, terug in zijn bord vallen, loerde bedeesd naar zijn teljoor en vond in zijn bedremmeling geen antwoord. Met zijn plakkerige hand streek hij zich over zijn kort-grijs stekelhaar, voelde aller oogen op hem gevestigd. Ja, wat is een mensch tegenover het heelal?

Want hij kreeg daar voor zijn part te eten: drie borden erwtensoep met kluiven en varkensooren, er bij menigte in drijvende; toen een bruin-gebraden varkenscarbonade met lekker, wit vet er in flarden aan, gedompeld ineen sausje, om een dood mensch weer levend te maken; toen een geurig stuk kalfsvleesch, aan het spit gedraaid; en duiven en wilde eenden, malsch als 't jonge gras; enten laatste een rozig speenvarkentje, dat uit mekaar viel, als je er met je hand aan raakte.

Bij troepen van tien, vijftien, tot twintig personen vereenigen zij zich in de yourte om den kazan, waarin een geheel schaap gekookt wordt. Ieder haalt zijn pitchiak uit de scheede, grijpt een been, en gaat smakelijk aan 't kluiven, terwijl men af en toe het vleeschnat toespreekt. Tot besluit volgt natuurlijk weer koumiss, die eerst, om hem goed te laten schuimen, duchtig wordt geschud.

Woord Van De Dag

tusschentoestanden

Anderen Op Zoek