United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


Midden op den weg hield hij toen zijn klepper staande, en toen de mannen dichtbij genoeg waren, om zijne woorden te kunnen verstaan, riep hij hun met luider stemme toe: "Gij verfoeilijke, heidensche snoodaards, houdt dadelijk stil en geelt terstond en zonder weigeren de doorluchtige prinses over, die gij daar in de koets in gevangenschap wilt sleepen.

Hij zoekt zijn bruinen klepper op, weert zijn zonen, die hem willen vergezellen, doch moeielijk gemist kunnen worden bij een mogelijk nieuwen Engelschen aanval, en rijdt in een wijden boog, overal naar zijn zoon vragende doch nergens inlichtingen verkrijgende, over het vlakke veld naar de plek, waar hij Frits heeft gezien.

"Ik meen...." begon Dolly weer, maar op dit oogenblik galoppeerde Wesslowsky haar op den klepper voorbij, in zijn kort jaquet telkens zwaar op het leder van het dameszadel neerploffend. "Het gaat zeer goed, Anna Arkadiewna!" riep hij deze toe.

De vreemde Ridder, zich niet zonder moeite van onder zijn klepper hebbende opgewerkt, rukte de strijdbijl los, die aan den zadelknop hing, en kwam te voet op zijn tegenstrever aan, die insgelijks was opgestaan. Doch ziende, dat Adeelen geen ander wapen had ter zijner verdediging dan het brok zijner lans, bleef hij staan. "Ga uw strijdbijl halen," zeide hij: "onze wapenen zijn niet gelijk."

De troep werd gekommandeerd door luitenant Harreson, die zijn nieuwkoop bereed, een mooien, bruinen klepper, en wel nieuwsgierig was, of zijn paard het niet zou kunnen winnen van Jansen's hengst.

Ik kan het niet vergeten, Maar 't zal niet weer gebeuren. Zou ik voor den klepper vreezen, o! Die lieve brave man Maakt, dat ik gerust kan wezen, En ook veilig slapen kan. Moeder lief! 'k geloof het vast, Dat hij op de dieven past. Schoon hij loopt door wind en regen, 't Zingen wordt hij nimmer moe: Goede God! geef hem uw zegen, Maar mijne oogjens vallen toe.

Als ik mijn klepper prikkel met de sporen, Die tot de heupen voortwaadt door het gras, Klinkt mij 't eentonig hoefgestamp in de ooren, Ja, bijna of het heiligschennis was. Wie weet? als we eens der graven rust ontwijdden? Slaapt hier misschien een volk uit vroeger tijden, En is dit stof wellicht der dooden asch, Eens tintelend van leven?

Ferdinand, nog zeer jong, met goed figuur, donkere oogen en haren, intelligent gezicht, bereed al uitstekend een prachtigen klepper. De koningin was gezeten op een muildier, dat rijk was opgetuigd, en geleid werd door twee pages uit de edelste geslachten van het land. Zij was niet groot, maar er sprak uit haar houding en haar trekken een fiere majesteit.