United States or Central African Republic ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meer dan vijf duizend pelgrims, in gesloten gelederen, elk van zeven man, met helmen op en stokken van groen hout in de hand, gingen hen voorbij. Dan schaarden zij zich, telkens zeven, vóór de kapel. Zij lieten hunne stokken zegenen en kregen elk eene keers uit de handen der staffieren, in ruil waarvan zij den heremiet een halven florijn betaalden.

Eensklaps zag hij Lamme in eenen hoek zitten, met een tafeltje voor zich, waarop eene keers, eene hesp en een pot bier stonden; hij had het zeer druk om zijne hesp en zijn bier te verdedigen tegen twee meidekens, die met alle geweld met hem wilden eten en drinken. Toen Lamme zijn vriend Uilenspiegel gewaar werd, kwam hij voor hem staan en sprong wel drie voet hoog van blijdschap.

Dat gaan wij dadelijk zien: men zegt, dat dooven vleierij noch beleediging hooren. Laat zien of de trommel van uw ooren van vel of van ijzer is: Meent gij, lanteerne zonder keers, mislukte voetganger, dat gij een mensch gelijkt? Ge kunt wachten totdat wij van vodden gemaakt zijn. Zag men ooit zulke gele tronie, zulk een kletshoofd, elders dan op een galgeveld?

Hij draaide en keerde van welligheid onder 't deksel, trok de muts dieper over de ooren, en zijn hoofd in den polk, knufte twee, drie keers en zuchtte om de deugd. Buiten was 't zoo koud, maar hier werd heel de wereld vergeten. Spijtig was hij toch wel om Doka die nu alleen in den stal moest zitten.

Ze ontstak de keers en plantte ze vast op 't schouwberd in 't vet dat ze er liet afdruppelen. En ze viel nevens de jongens neer en ze robbelde ook hare rokken op om met bloote knieën de belofte te volbrengen. Ze reikten allen de handen naar 't verlichte beeldeken en zoo begon zij: Sint-Josef, Heilige man, gij hebt ons geholpen!

De vischverkooper! riep Uilenspiegel, heur ziende wankelen. Trek Uilenspiegel een voet boven den grond, sprak de baljuw; stel het fornuis onder zijne voeten en eene keers onder elken oksel. De beul gehoorzaamde. Het haar onder de okselen knetterde en schroeide onder de vlamme. Uilenspiegel schreeuwde, en Soetkin sprak weenend: Doe dat vuur weg. Belijd, sprak de baljuw, en gij zult verlost zijn.

Bij het binnengaan in 't portaal, met zijne keers eerbiediglijk in de hand, hoewel hij moeite deed om niet in lachen uit te bersten, sprak hij met een luide en heldere stem: Zoo de gebeden der christenen veel verlichting brengen aan de zielen van 't vagevuur, zoo geven die van den deken van Onze-Lieve-Vrouwekerk een heilig man die alle deugden beoefent zulk eene verkwikking aan de smerten des vuurs, dat dit laatste seffens in ijs verandert.

Ze zal wel betooverd zijn, dacht Ghielen, en hij zocht toveral naar redens: of er iemand in den stal was gekomen die een kwade hand kon leggen. Daarom hadden zij in 't stille, gewijde palm boven de deur gestoken en een Antonius-koek in 't sliet gehangen, wasdruppels van gewijde keers in de koe heur drinken laten leken en dan met nieuwe hoop gewacht in gelatene berusting.