United States or Bouvet Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij hield zijn kind, dat beeldeken van smerte, in zijne hersens vaste en zijn hopeloos gedacht en wilde zich niet losrukken daarvan, hoe 't hem folterde en martelingen aandeed.

Zonderlinge klaarten blikkerden van tijd ievers op, als 't noesche verspergestraal tegen een koperen ornement botste of tegen een glazen pot, een porseleinen beeldeken, een witgeschuurde tinnen teele. Drij laatste krysanthemen vlekten de naderende donkerte met hun blanke trossen.

"Waarom weent gij nu?" "Ik weet het niet," was het antwoord, "omdat gij zoo goed voor mij zijt." "Kom, kom, het is maar spel," riep Bavo. "Hadde ik geweten, dat het beeldeken u moest bedroeven, ik hadde het aan stukken gescheurd." "Ho, aan stukken scheuren!" gilde Lieveken met schrik. "Doe dit niet! Geef het mij, als 't u belieft!" "Wel, het is voor u, Lieveken, dat ik het heb gemaakt."

Tusschen eenige schilderijen hing eene gekleurde print, die mij van verre gebrekkig en grof voorkwam als een beeldeken, waarmede de kinderen gewoonlijk spelen. Evenwel, de meesters dezer woning moesten er veel prijs aan hechten, want de gouden lijst, die het omringde, was uiterst rijk en veel kostelijker ongetwijfeld dan de lijsten, waarin de schilderijen waren vervat.

Met "bidprentje" bedoel ik niet "doodenprentje" of "doodsprentje", een begripsverenging van lateren datum; maar wel het oude en oorspronkelijke herinneringsprentje of -beeldeken, in kopergravure, gekleurd of ongekleurd, met berijmde gebeden, terwijl de herinnering aan de religieuze gebeurtenis, meestal eerste kommunie of vormsel, op de achterzijde geschreven staat.

Dan bleef ze boutstil met de handen onder den voorschoot, staan wachten, 't Beeldeken stond nog op de kaafbank, roerloos, steenstil en dood, 't was als een zotje in gedwongene ingetogenheid, met neerhangend hoofd en gedweeë, gelokene oogen, maar er hing eene lucht van wonderheid en gedokene macht rond die simpele nietigheid.

Ze nam het ouderwetsch, steenen beeldeken van de kaafbank en hield het in beide handen gesloten. Ze deed teeken met de ellebogen dat de jongens moesten nader komen. Al in ronde, en de handjes samen en hier naar Sint-Josef kijken, en nazeggen wat ik zeg, schoon.

Heur armen werden niet moe van 't beeldeken uit te steken en de kinders ook durfden niet lossen en bleven met gevouwene handen reiken en starling het beeldeken bezien dat als de wonderdoener, de Heilige Josef zelf, in moeders handen stak. 't Was in middelertijd donker geworden en z'en zagen malkander maar bij de klaarte die door de kloven van de brandende stoof uitschong.

Al de oogen waren op moeders beeldeken gericht en zij zelf en keek er niet van weg; al de handjes staken gevouwen uit in smeekende houding. Zij begon met luide stem en snakkende woorden: Sint-Josef, ge moet ons helpen! Ze wachtte en de vijf kinderstemmekes herhaalden, op zachteren toon: Sint-Josef, ge moet ons helpen! 'k Kenne maar U alleen! Van d'ander Heiligen houde ik niet!

Ze ontstak de keers en plantte ze vast op 't schouwberd in 't vet dat ze er liet afdruppelen. En ze viel nevens de jongens neer en ze robbelde ook hare rokken op om met bloote knieën de belofte te volbrengen. Ze reikten allen de handen naar 't verlichte beeldeken en zoo begon zij: Sint-Josef, Heilige man, gij hebt ons geholpen!