Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
"Een van de gasten in den kavaliersvleugel sterft, een van de blijden, de zorgeloozen, de eeuwig jongen. Wat zou dat? Kavaliers moeten niet oud worden. Als onze bevende handen het glas niet meer kunnen omhoog heffen, als onze halfblinde oogen de kaarten niet meer kunnen onderscheiden, wat hebben wij dan aan 't leven en wat heeft het leven dan aan ons?
Hij werd er vriendelijk ontvangen en hij bleef er. En de schare in de kavaliersvleugel werd verrijkt met een lange, krachtige ridderfiguur, een flink man, die zich bij drinkgelagen en op de jacht niet onbetuigd liet.
"Je moet zweren," zegt ze, "dat je nooit meer naar Ekeby terug zult komen." "Och loop, oude tooverheks!" "Je moet zweren," zegt zij, "anders gooi ik je in den kavaliersvleugel, gebonden en wel, en dan verbrand je levendig, want van nacht verbrand ik den kavaliersvleugel. Nu weet je 't!" "Dat durft de Majoorske toch niet." "Durf ik 't niet? Behoort Ekeby mij niet toe? Jelui schelmen!
Ge sprongt voort als droegen u vleugelen; uw manen golfden om u heen als flakkerende vlammen; bloed en schuim glinsterde op uw zwarte borst. In 't met goud versierde tuig vloogt ge voort. Het veld dreunde onder uw hoeven. Ge trildet van vreugde, gij moedig dier! Ach, hoe schoon waart gij! In den kavaliersvleugel van Ekeby heerscht grauwe schemering.
In de groote zaal staan de roodgeschilderde kisten der kavaliers langs den wand en hun zondagskleeren hangen aan de haken in den hoek. Het schijnsel van het vuur speelt op de witte muren en op de geel geruite gordijnen voor de alcoven in den muur. De kavaliersvleugel is geen vorstelijk paleis, geen serail. Maar Liljecrona's viool klinkt er. Hij speelt la cachucha in den schemer.
Misschien verbeeldde hij zich, dat 't gravin Märta zelf was, die daar op den brandstapel lag. Misschien meende hij, dat nu die vrouw alles samen genomen niet meer waard bleek te zijn dan lompen en stroo, er ook niets meer op de wereld was, dat waarde had. Hij gaat weer naar den kavaliersvleugel, maakt het vuur aan en bergt zijn uniform op.
Alleen de bok is nog over; 't kussen is kapot van ouderdom. De oude kast is zoo hoog als een huis. Hou vast! Hou vast! Anders valt hij om! Hoera! hoera! 't Is kerstnacht op Ekeby! Achter de zijden gordijnen van 't groote ledikant slapen de Majoor en de Majoorske. Zij slapen en gelooven, dat ook in den kavaliersvleugel alles slaapt.
O, welk een ontzetting doet de harten der kavaliers ineenkrimpen! Ze wisten het immers wel, maar ze hadden 't tot nu toe niet begrepen. Op Ekeby sterft ieder jaar een man, een der gasten der kavaliersvleugel sterft, een van de blijden, de zorgeloozen, de eeuwig jongen; nu, wat zou dat! Kavaliers moeten niet oud worden.
't Was al vijf uur in den morgen; maar nog welfde zich de donkere, van sterren vonkelende Februarinacht over de aarde. De Majoorske gebood heel het dienstpersoneel van 't landgoed zich bij den kavaliersvleugel te verzamelen. Zelf ging ze eerst naar het hoofdgebouw, klopte aan en werd binnen gelaten.
Maar wat hem aan 't hart knaagt is, dat de oude eenoogige woudkoning nu geveld is, zonder dat hij den zilverkogel op hem heeft mogen afschieten. Zoo komt hij boven in den kavaliersvleugel, waar de kavaliers om 't vuur zitten, en werpt zonder een woord te zeggen het berenvel voor hen neer.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek