Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Het waren echte Bavianen, vol list en sluwheid, ongemanierd, uitgelaten, altijd zinnend op kattekwaad, en wel bewust, dat zij ons met hunne handelingen vermaakten. Toch was bij alle drie een verschil in karakter op te merken. Pavy, een mannetje, was zeer lieftallig, vleiend en buitengewoon aan ons gehecht.
Als hij niet vocht met de jongens, die naast hem op de bank zaten, trok hij den schoolmakker, die vóór hem zat, aan de haren, of kletterde zijne lei aan scherven op den grond, of maakte hij zijn leerboek stuk. Nooit zat hij stil en meestal deed hij kattekwaad. Er ging dan haast ook geen dag voorbij, dat hij niet de noodige slagen met de plak kreeg of na moest blijven.
"Precies zoo was 't met mijn Joe: altijd vol jongensstreken en handig in allerlei kattekwaad, maar hij was de onbaatzuchtigheid en vriendelijkheid zelve. En, de hemel zij mij genadig te moeten denken, dat ik hem zweepslagen gegeven heb, omdat hij room gesnoept had, die ik zelve uit het raam heb geworpen, omdat ze zuur was geworden!
Met het zoontje van zijn oom, een goeie jongen, kwam Jean Jacques in de kost bij een dominé in Bossey, een dorpje op Geneefsch gebied aan den voet van de Salève. De Grieken en Romeinen raakten op den achtergrond van zijn bewustzijn: hij leerde spelen en kattekwaad uitvoeren en werd, voor 't eerst eigenlijk, kind.
Toch kon ik mij wel begrijpen, dat onze ouders niet zoo bijster met die vriendschap waren ingenomen, want hij verdiende zijn bijnaam van Wilden Bob volkomen, en hij deed veel meer kattekwaad in eene week dan alle andere jongens te zamen in een jaar.
Ik wist te goed, hoe hij altoos vol kattekwaad zat, om niet te vreezen, dat hij zich ook hier niet rustig zou kunnen houden. Bovendien was het mij ten strengste verboden hem mede te nemen, en, dat durf ik zeggen: ik was een gehoorzame jongen. Nu weet ik wel, dat hij uit eigen beweging kwam en dat zijne komst mijne schuld niet was, maar zoover dacht ik op dat oogenblik niet.
In de kamer behooren zij niet wegens haar onzindelijkheid of, juister gezegd, wegens den reuk, dien zij ook dan verbreiden, als haar eigenaar de kooi zoo goed mogelijk tracht schoon te houden; op het erf of in den tuin mag men ze ook niet vrij laten rondloopen, omdat zij, evenals de Raven, allerlei kattekwaad uitvoeren.
't Duurde dan ook maar kort, of de Juffrouw zei altoos, als ze van hem sprak: "De jongen heeft drie bijzondere eigenschappen: hij is de vlugste, de ondeugendste en de magerste jongen van de geheele school." En dat was ook zoo. Hij deed altoos kattekwaad, als hij zijn werk afhad. Naast hem zat Karel van Dril, de zoon van den smid.
Twee straatjongens en een gymnasiast, die op de brug zaten en kattekwaad bedachten, zagen hem en zij gaven een gil, die door de heele stad klonk. Ze vlogen weg en draafden de straten op en neer, bonsden op alle deuren en riepen: "Kevenhüller gaat vliegen, Kevenhüller gaat vliegen!"
In alle andere opzichten deed hij, wat hem gezegd was, ging in zijn slaapkorf, in zijn kooi, waarvan hij zelf het deurtje sloot; als hij kattekwaad uitvoerde, was het voldoende "St!" te roepen, om hem te doen ophouden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek