United States or Armenia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Oom Frans liep met het kaartje in de hand de straten door. Bij een lantaarn bleef hij even staan om het handschrift te bekijken. En hij glimlachte bitter bij de gedachte aan de wonderlijk groote macht, die de band des bloeds heet. Hij had Kaja's heele liefde, hij had die gewonnen door duizend kleine offers, waar hij zelf nooit bij gedacht had, doch die hij zich nu herinnerde!

De voorjaarszon gleed met overvloed van licht het venster binnen, verguldde Helle's hobbelpaard en deed al diens tekortkomingen sterk uitkomen, sloop in de hoeken waar de tinnen soldaten op wacht stonden, en straalde in lichtende strepen over het vloerkleed. Kaja's reiscostuum dat tegelijkertijd haar bruidskleed was was gekomen en gelijk daarmee een groot bouquet van viooltjes en fijn Venushaar.

Maar ik kan niet," klonk het klagend, "want ik heb geen vleugels " "Blijf stil liggen," zeide oom Frans, "dan zult u de vleugels voelen groeien." En onbewegelijk bleef de zieke liggen. Haar geheele aangezicht was één enkele, hoopvolle glimlach. "Kijk eens, hoe mooi!" zeide oom Frans. Hij nam Kaja's hand en bracht haar nader bij de zieke.

Het was een heele galerij van Kaja's, tot nu toe van ieder jaar één. Hij nam het allereerste fotografietje in zijn handen en bleef er lang naar staren. "Hoe is 't mogelijk, dat er werkelijk een oogenblik was, dat ik niet van haar hield," zeide hij, "omdat zij zoo vreeselijk schreeuwen kon!" Kaja had namelijk haar eerste levensjaren schreeuwend doorgebracht.

"Arm, arm moedertje!" was al wat zij zeide, "arm moedertje!" De zieke richtte het hoofd op en luisterde. Er was iets in die stem, dat tot haar doordrong, maar zij kon zich niet verklaren, wat het was. Zij liet haar moede hand op Kaja's hoofd neerdalen en keek oom Frans aan. "Tegen haar moet je goed zijn," zeide zij; "zij lijkt op een klein meisje dat ik eens gehad heb."

Zelfs de wapens en het sieraad namen dat dierlijke niet weg; aan hen leek het een natuurlijk-gegroeid verweer als klauwen, scheurende tanden, horens, een natuurlijk gegroeid siersel als manen en prachtige kleuren van vacht. Die menschelijke dieren waren Kaja Kaja's, Papoea's, inheemsch in de van giftige moerassen walmende streek die wel "Duivelsland" is genoemd: "the Devil's own country."

De zon had den geheelen dag verwarmend in de kamer geschenen nu was zij achter de groote boomen van het park in de verte aan het ondergaan, en een stralenveld van geel, rood en oranje spreidde zich voor Kaja's oogen uit. Helle lag rustig in zijn bedje te slapen. Oom Frans kwam thans Kaja halen om de "verrassing" te komen zien en nu liepen zij gearmd de trap naar hun toekomstige woning op.

"Ik zal hem nu meteen verscheuren," dacht hij, "nu kan ik het haar immers allemaal zelf zeggen." Maar plotseling bedacht hij zich en legde den brief tusschen de bladen van het spaarbankboekje. Het was of hij op hetzelfde oogenblik Kaja's stem, zooals den avond te voren, in zijn oor hoorde fluisteren: "O, wat heb ik je lief, wat heb ik je lief, oneindig lief, Frans!"

"Welkom!" zeide zij, diep nijgend; maar toen zij de versteende uitdrukking op Kaja's aangezicht zag, schrok zij zoo hevig, dat zij de bloemen op den grond liet vallen. "Heere God, waar is Meneer!" zeide zij. "Ik heb hem juist naar de kerk gebracht," antwoordde Kaja met een stem, die zóó vreemd en zoo afgrijselijk toonloos klonk, dat zij het zelf hoorde. "O, onze lieve, jonge Meneer!

"Ja, mevrouw moet nu niet boos op mij zijn," zeide zij verontschuldigend, terwijl zij deelnemend Kaja's hand streelde, "maar Meneer heeft het allemaal zoo besteld bloemen en kaarsen en champagne alles." Kaja antwoordde niet. Als een slaapwandelaarster stapte zij over den drempel. Feestelijke lichten en een fijne bloemenlucht straalden haar tegemoet.