Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 november 2025


Een jongmensch noemt tegenover een dame haren achternaam er bij; zoo zal hij eene getrouwde vrouw begroeten met Dag Mevrouw N., hoe maakt ge het? en tot een jong meisje gewend: »Goeden avond, juffrouw Z.« In het verdere gesprek kan men dan wel met »Mevrouw« alleen volstaan, maar nooit »juffrouw« alleen, dat is niet zeer beschaafd.

En heeft een meisje in zoo'n positie het voorrecht, dat ze er goed uitziet, dan mag zij in alle eer en deugd bedacht zijn op een goed huwelijk, dat haar eene toekomst verzekert; en dan behoeft zij niet met hare zure gezichten elk jongmensch, die misschien met de nobelste bedoelingen met haar in kennis zoekt te geraken, en die daartoe geen geschikter middel weet, dan bij haren vader in huis behoorlijk eene kamer te betrekken "

Don Saturnio was een in-zich-zelf-gekeerd jongmensch, van een heftige en soms wreede inborst, maar hij was zeer werkzaam en bedrijvig: hij omringde het graf van zijn vader met een muur, en ging er zoo nu en dan naar kijken. Toen hij al vrij oud was, huwde hij met een meisje uit Manila, bij wie hij een zoon, Rafael, kreeg. Deze was de vader van Crisóstomo.

De broeder, die een verstandig jongmensch was, hoezeer de zaak hem ook hinderde, die hij kende, toch tot een eervoller besluit geleid, overwoog zonder een woord te spreken of te zeggen, verschillende dingen en wachtte tot den volgenden morgen.

Zij hebben meest allen wel een vriendschappelijke verhouding met een of ander jongmensch, dat haar het hof maakt; maar alles gaat in eer en deugd toe, onder het wakend oog van ouders of verwanten. Onder de arbeidstertjes op de sigarenfabriek maakte ik aardige kennissen; maar zoodra ik haar met complimentjes aankwam, wilden zij van die duidelijk uitgedrukte bewondering niets weten.

Een van de "aankomende bedienden", een jongmensch met dom-dik gezicht en blauw overhemd en boord zat, lui zich rekkend en geeuwend, te bluffen op zijn katterigheid, op te snijden van 't aantal glazen bier, dat hij den vorigen avond naar binnen geslagen had.

Ik vond wel dat zij mij vreemd behandelden, maar ik begreep het niet. Er was een jong rechtsgeleerde, dien zij de zaken lieten in orde brengen; hij kwam elken dag, deed alsof hij tehuis was en sprak zeer beleefd met mij. Hij bracht eens een jongmensch mede, dien ik voor den schoonsten man hield, welken ik ooit gezien had. Ik zal dien avond nooit vergeten; ik wandelde met hem in den tuin.

"Ken je me niet?" vroeg 't jongmensch. Ik zeg "Neen". "Wel", antwoordde hij, "ik ben Jacques Perk. We zijn samen op de H.B.S. geweest; ik zat in 3b en jij in 3a". Toen begon 't wat in me te dagen, ik herkende hem zoo'n beetje. Hij wou graag kennis met mij maken, want hij had 't een en ander van mij gelezen, en schreef zelf ook verzen, naar hij vertelde. Ik praatte dan met hem, ging met 'm mee, en hij las mij voor zijn "Mathilde". Daar werd ik geweldig door getroffen. Wat blikkie! dacht ik, dáár heb je nou een Hollandsch dichter, d

De praatsmaker in de adelborstenkajuit van Harer Majesteits fregat de Harpij was een jongmensch van omstreeks zeventien, met licht krullend haar en een blozend uiterlijk. Hij was de zoon van een schrijver aan de werf te Plymouth en heette Vigors. De zondebok was een vijftienjarige jongen met een bleek, pafferig gezicht.

O, neen! volstrekt niet!" hij verzocht mij alleen aan mijne vrienden en landgenooten te doen weten, "welk een geschikt, fatsoenlijk jongmensch hij was."

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek