Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


Een man stond aan het roer, een bij de machine, en twee stevige inspecteurs van politie bevonden zich op de voorplecht. »Waarheen?" vroeg Jones. »Naar den Tower. Zeg hun dat zij tegenover Jacobson's werf moeten aanleggen." Onze boot liep zeer snel. Wij schoten de lange linie van geladen schuiten voorbij alsof deze stil lagen.

Sherlock Holmes en Jones zaten met hunne handen op de knieën, met groote belangstelling, doch met denzelfden afkeer op hun gelaat, naar zijn verhaal te luisteren.

De angst, die dezen schipper bezielt, is in de beelden van Jones Lie. En zoo zijn deze teekeningen van fantastische wezens niettemin werkelijkheidsbeelden. Het type David Holst treedt in de werken van Jonas Lie maar zelden op. Zijn fantasten zijn in den regel gemengde karakters, gelijk hij zelf.

»O, dan is hij ook op een dwaalspoor," riep Jones met zichtbare voldoening, »zelfs de besten van ons worden soms uit den koers gebracht. Het spreekt van zelf dat ook dit zal blijken een valsch alarm te zijn; maar als ambtenaar der Wet ben ik verplicht geen kans te laten glippen. Doch, er is iemand aan de deur. Misschien is hij het wel."

Als er een deurwaarder, of afslager, of een van dat volk kwam om zijn hooi te verkoopen, zou hij hem dooden. Dat had Jones gezegd, en hij riep zijn aanhangers op, waarvan velen tienden schuldig waren, en die geen van allen wilden betalen, om voor zijn zaak te strijden.

"Ik zou eer gedacht hebben, dat de jonker zwak had op den Bijbel van de freule," zei ze bij wijze van critiek. "Het eene belet het andere niet, juffrouw Jones, althans zoo gij zelve daaraan niet hecht." "Och neen, jonker.

"Dat doet er niet toe; je zult het zien, als wij bij de weduwe Douglas zijn." Huck zeide, want hij was bevreesd valsch beschuldigd te worden, met zekeren angst: "Mijnheer Jones, wij hebben niets gedaan?" De boschwachter lachte. "Wel, ik kan niets zeggen, mijn jongen. Ik weet nergens van. Ge zijt immers goede vrienden met de weduwe?" "Ja. Zij is zoo goed voor mij geweest" "Nu, dan is het in orde.

Een Walische boer, Owann Jones genaamd, gaf in het jaar 1801 onder den titel "Gälische archeologie van Mywyr," eene verzameling verhandelingen uit, die "een waar arsenaal van Kymrische oudheden" bevatten moeten.

Holmes stond met zijn handen in de zakken op de stoep zijn pijp te rooken. »Ha! Hebt gij hem daar?" riep hij, »een beste hond. Athelney Jones is vertrokken. Hij is sedert uw vertrek vol ijver aan het werk geweest. Hij heeft niet slechts vriend Thaddeus, maar ook den portier, de huishoudster en den Indiaanschen bediende gevangen genomen. Behalve een agent hier boven, hebben wij het ruim alleen.

Maar het was buitengewoon vriendelijk van hem de boeken voor mij aan te schaffen. Vraag hem mijn dankbaarheid te uiten aan de dame die te Wimbledon woont. Wacht niet te lang met een antwoord, en vertel mij wat van de literatuur, van nieuwe boeken, enz. ook van het stuk van Jones en van Forbes-Robertson als tooneeldirecteur en van elke nieuwe strooming in het tooneelleven te Parijs of te Londen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek