United States or Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De doodelijke stilte en de rijen van starende oogen waren getuigen van het ontzag, dat dit denkbeeld inboezemde. Hij was de groote raadsheer Thatcher, de eigen broeder van hun rechter. Jeff Thatcher stond dadelijk op om op gemeenzamen toon met den grooten man te spreken en door de gansche school benijd te worden.

Gray spoedde zich weg, om enkele personen, die hem vriendelijk bejegend hadden, voor het naderend gevaar te waarschuwen, en verijdelde alzoo den aanslag. Jeff Tucker, een der hoofden en leiders van den bond, had vermoeden op Gray, en beval dat hij gedood zou worden.

"Ja, wel twintigmaal," zeide Huck. "Neen," zeide Tom, "wel honderdmaal. Eens nog, toen wij bij het slachthuis stonden. Herinner jij je dat niet, Huck? Bob Tanner was er ook bij en Johan Hatcher en Jeff Hatcher. Weet je niet meer, Huck, dat ik het zeide?" "Ja, zeker," antwoordde Huck. "'t Was op denzelfden dag, waarop ik mijn albasten knikker verloor; neen, 't was den dag te voren."

Het zou als muziek in zijne ooren geklonken hebben, indien hij het gefluister had kunnen verstaan. "Kijk eens, Jim! hij gaat naar hem toe! Kijk eens, hij geeft hem eene hand, een hand! Wou jij niet, dat je Jeff was?" Intusschen was het geheele personeel bezig zijn best te doen, om in een voordeelig licht te treden.

Toen hij het huis van Jeff Thatcher voorbij stapte, zag hij daar een hem onbekend meisje in den tuin, een lief, klein ding met blauwe oogen, blond, in twee lange vlechten gescheiden haar, een wit zomerjurkje en een geborduurde pantalon. In een oogenblik verdween eene zekere Amy Laurence uit zijn hart en was alsof die nooit had bestaan.

"Wel, hij zei het aan Jeff Hatcher en Jeff aan John Baker en John Baker aan Jim Hollis en Jim Hollis aan Ben Rogers en Ben Rogers aan een neger en de neger aan mij. Wat heb je nou nog te zeggen?" "Wat ik te zeggen heb? Dat ze 't allemaal liegen. Van allen weet ik het zeker, behalve van den neger, want dien ken ik niet. Maar ik heb nog nooit een neger gezien, die niet loog.

Daar kwam Jeff Thatcher aan en Toms gelaat klaarde wat op. Hij begon een gesprek met hem en zocht op allerlei manieren iets omtrent Becky te weten te komen, doch de looze jongen scheen er niets van te merken.

In al de steden van het Zuiden is deze moord van Jemmy Gray en de bekentenis, door den moordenaar afgelegd, het onderwerp van schier alle gesprekken. Gray was een jonge neger, die van zijne plantage naar Vicksburg kwam, en daar vermoord werd door een anderen neger, Olivier genaamd, welke laatste echter handelde op bevel van een derde, Jeff Tucker, mede een neger.

"Heb ik het je niet gezegd?" zeide Tom. "Huck herinnert het zich nog." "Ik geloof, dat ik den geheelen dag wel pijpen zou kunnen rooken. Ik ben niets misselijk." "Ik ook niet," zeide Tom. "Ik zou wel van den morgen tot den avond kunnen rooken, maar ik wed, dat Jeff Hatcher het niet zou kunnen." "Jeff Hatcher! Wel, hij zou bij den tweeden trek al katterig worden.