Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 oktober 2025


"Wat, Moeder?" zei hij, en probeerde zijn tranen meester te worden. "Ik heb al jaren lang medelijden met hen gehad, al van den tijd af, dat Vader hun het hutje afgenomen heeft. En dat heb jij ook." "Ja, maar..." "Ik wil ze hier houden en flinke menschen van hen maken. Ze zijn te goed om te loopen bedelen." Hij kon niet antwoorden, want de tranen kwamen met onweerstaanbare kracht.

Ze vroeg den ganzerik en Duimelot met haar meê naar de hut te gaan. Daar stond de deur open. Donsje ging naar binnen, maar de twee anderen bleven buiten. Kort daarna hoorden ze Akka het sein van vertrek geven, en ze riepen Donsje. De grauwe gans kwam uit het hutje, en vloog met de wilde ganzen weg van de klippen.

't Is diep treurig; wij zijn bezig ons te vervreemden van onze lieven, banden los te maken, die tot dusver ons grootste geluk hebben uitgemaakt. Maar liever een klein gaaf hutje, dan van een kasteel de ruïne; liever in een volkomen gaaf schuitje, dan te drijven op 't wrak van een prachtige stoomboot. Al sinds geruimen tijd moet ik naar bed zonder Vader's bijzonderen nachtgroet voor mij alleen.

Wel nam de boerin hem den volgenden morgen zijn fluweelen pakje af, het laatste wat er van zijn vroegeren rijkdom was overgebleven, maar dat deed ze alleen, omdat ze vond, dat in zoo'n eenvoudig hutje zulke mooie kleeren niet pasten. Ze borstelde het pakje af, vouwde het netjes op, en borg het in de kast. "Als je weer weggaat, kun je het terugkrijgen," zei ze.

Dan verdwijnt dat alles weer. Een inlandsche wijk komt te zien langs de lijn. Daar staan, ieder op zijn eigen, door een bloeiende haag omsloten erf, aardige huisjes, met het karakteristieke dak; het lijkt op een zittenden vogel, hals opgerekt, vleugels uitgespreid dat zelfs aan het armelijkste Javaansche hutje zulk een sierlijk voorkomen geeft.

Toen de morgen al nabij was, hoorde zij een groot rumoer van menschen naderen, hierdoor stond zij op, ging op een groote plaats, die achter het kleine hutje was en zag daar een grooten hoop hooi, waarin zij zich verborg om niet zoo spoedig, indien die daar heen kwamen, gezien te worden.

Toen stond de visscher op en ging naar zijne vrouw in het armoedige hutje bij den mesthoop. "Man," zei de vrouw, "heb je niets gevangen?" "Neen," zei de man, "ik ving een' bot, die zei, dat hij een betooverde prins was: toen heb ik hem weer laten zwemmen." "Heb je je dan niets gewenscht?" zei de vrouw. "Neen," zei de man, "wat zou ik mij wenschen?"

Woord Van De Dag

bedrijfsjaar

Anderen Op Zoek