Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
O, wat is 't ons groot, dat wij waardig geacht worden, door 't volk van God voor den Troon der genade te worden gedacht! En die gebeden zullen verhoord worden! Des Heeren Naam is Ontfermer, is Hoorder der gebeden, en zooals Zijn Naam is, is Zijn Wezen. Hetzij ik gespaard worde, hetzij ik worde weggenomen, de Heere zal het wèl maken. Heerlijke wetenschap!
Hij vraagt van de menschen, dat zij iets zullen doen dat moeielijk is en weinig aantrekkelijks heeft en belooft hun een loon, dat geestelijk en onzichtbaar is. De hoorder is verplicht dezen eisch voor zich zelf waar te maken en te onderzoeken of het waar is, dat men er gelukkiger en sterker door wordt, wanneer men niet zich zelf, maar anderen dient.
Er zijn echter vele kanten van waar men een waarheid beschouwen kan en die een hoorder misschien niet heeft vermoed en er zijn vele toepassingen eener waarheid, welke zich nooit aan hem voorgedaan hebben.
Elders weer worden knallend-korte en gejaagde vraag-en-antwoordreeksen door hun metrum zachtkens opgenomen in de langere, statige versmassa's, waardoor dus, zonder dat de nerveuze angst of de spanning van de sprekers ongebeeld blijft, de eindindruk van den hoorder is plechtig.
Toen nu niemand wist te zeggen, wat dit beduidde, ontbood men een eerbiedwaardig kluizenaar uit den omtrek, en deze gaf eindelijk de gevraagde verklaring. "Het zwaard", zoo sprak hij, "beteekent lange jaren van bloedigen oorlog; de korst brood even zoo vele jaren van bitteren hongersnood".... "En het zwarte manneken dan?" vraagt wellicht een ongeduldige hoorder.
Het is niet de moeite waard naar een preek te luisteren, waarin de predikant niet zijn volle kracht heeft gelegd; en het is niet mogelijk een preek goed te verstaan, tenzij de hoorder eveneens al zijn krachten inspant. Mijn vierde eisch voor gezegend luisteren is oprechtheid en een predikant heeft het recht die hoedanigheid van zijn hoorder te vragen.
De verschijnselen zijn zeer verontrustend .... borsttering...." Het gelaat van den hoorder veranderde. Duidelijk merkbaar stelde hij nu oprecht belang in de zaak. Snel vraagt hij: »Wie is je dokter, De Witt?" »Santman, professor!" »Zoo en wat zegt hij?" »Nog geen oogenblikkelijk gevaar, maar hij ziet de zaak zeer ernstig in. Zij mag hier den winter niet blijven, zij moet naar het Zuiden...."
Thénardier merkte deze beweging op, en sprak voort met de langzaamheid van een redenaar, die zijn hoorder boeit, en de hartklopping van zijn tegenstander onder zijn woorden voelt: "Deze man, die gedwongen was zich te verbergen, om redenen, die overigens aan de politiek vreemd zijn, had het riool tot verblijf gekozen en bezat er een sleutel van.
Maar de dichter, die niet hooger poogt dan een zichtbare of reeds doordachte werkelijkheid in het woord uit te drukken, put in het woord den schat van het onuitgesprokene uit. Het kan zijn, dat rythme en klank daarin nieuwe onuitgesproken schoonheid brengt. Maar zijn ook deze elementen zwak, dan behoudt het gedicht zijn werking slechts zoo lang, als de gedachte zelf den hoorder boeit.
Ze zei eerst niets, want zij hoorde hem zoo graag in zijn hartelijken lach uitbarsten, wanneer er iets grappigs voorviel, daarom wachtte zij, tot hij het zou bemerken, en dacht er op het laatst zelf niet meer aan, want een Duitscher Schiller te hooren voordragen is iets, dat den hoorder geheel boeit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek