Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 november 2025


"Wat is het, Watson?" vroeg Holmes. "Algeheele uitputting misschien uitsluitend van honger en vermoeienis," zei ik, met mijn vinger op den pols, waarin de levensstroom nog slechts zwak klopte. "Een retourtje van Mackleton, in het noorden van Engeland," zei Holmes, het uit zijn vestjeszak halend. "Het is nog geen twaalf uur. Hij moet dus wel vroeg van huis zijn gegaan."

"All right, mijnheer Hayes wij bedoelden niets kwaads," zei Holmes. "Wij hebben eens naar uw paarden gekeken, maar ik denk, dat ik toch maar zal wandelen. Het is, geloof ik, niet ver." "Niet meer dan twee mijl tot aan de poorten van de Hall. Daar links loopt de weg." Hij keek ons met nijdige oogen na, totdat wij zijn huis hadden verlaten.

"Wel, indien u daar nooit over gesproken hebt en de heer Phelps evenmin en niemand anders iets van de zaak wist, dan was de dief slechts toevallig in het vertrek aanwezig, en zijn kans ziende nam hij die gelegenheid waar." De staatsman glimlachte. "Gij toont u hier een echte diplomaat," zeide hij. Holmes dacht een oogenblik na.

Holmes glimlachte met voldoening toen wij een grooten stoomer inhaalden en spoedig achter ons lieten. »Wij moeten in staat zijn om alles op de rivier te kunnen inhalen," zeide hij. »Dat zal wel gaan, want er zijn niet veel booten die het van ons kunnen winnen." »Wij zullen de =Aurora= moeten inhalen en die heeft den naam van buitengewoon snel te loopen.

Terwijl wij in den trein zaten, regende het en de hitte was in Croydon veel minder drukkend dan in de stad. Holmes had een telegram gezonden, zoodat Lestrade, als altijd bij de hand en op onderzoek belust, ons reeds aan het station wachtte. Na een minuut of vijf wandelens kwamen wij in Cross-Street, waar Miss Cushing woonde.

Ziet ge niet tegen de hitte op, om met mij naar Croydon te gaan en de kans te hebben, nog een spannend verhaal voor uw kroniek op te doen?" vroeg Holmes, na de voorlezing van dat briefje. "Ik verlangde er naar iets te doen." "Dan zult gij het hebben; schel om onze laarzen en bestel een rijtuig. Ik ben terug, zoodra ik mij gekleed en mijn sigarenkoker gevuld heb."

Ik schreef een briefje aan mijn buurman, ging de trap op om mijn vrouw de zaak te vertellen en voegde mij op de stoep weer bij Holmes. "Uw buurman is een dokter, niet waar?" zeide hij, op de koperen deurplaat wijzende. "Ja. Hij nam de praktijk van een gevestigden geneesheer over, evenals ik." "Een oude zaak?" "Even oud als die van mij; beide waren er gevestigd sedert de huizen gebouwd zijn."

Er is een verschrikkelijke misdaad gepleegd en ik geloof, dat ik nu met alle bijzonderheden bekend ben." "En de misdadiger?" Holmes schreef een paar woorden op den achterkant van zijn naamkaartje en reikte het toen aan Lestrade over. "Die is het," zeide hij. "Gij kunt niet voor morgen avond op zijn vroegst een arrestatie bewerkstelligen.

De geneeskundigen verklaren, dat de dood een gevolg is van een beroerte. Gij ziet, dat het bij slot van rekening een eenvoudige zaak was." "O, merkwaardig eenvoudig," zei Holmes glimlachend. "Kom, Watson, ik geloof niet, dat men ons hier in Aldershot nog langer noodig heeft."

»Het lijkt hier wel een familie-partijtje," riep hij, »ik denk dat ik dat varken wel zal wasschen, Holmes, en dat wij elkaar waarlijk geluk mogen wenschen. Het is jammer dat wij den andere niet levend in handen konden krijgen; maar wij hadden geen keus. Je moet toestemmen, Holmes, dat je den knoop wel wat te spoedig doorhakte."

Woord Van De Dag

bijeengeplaatst

Anderen Op Zoek