Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Maar bij dien tocht tegen de bergen op, verliet haar de dappere berk, de sterke den en de koppige spar. Hier verlieten haar het rendier, de Laplander en de biezen. En eindelijk, toen ze boven op den bergtop was, volgde haar niemand anders, dan de kleine Niels Holgersson. De zon rolde in een kloof, waar de wanden met ijs waren bekleed, en Niels Holgersson wilde met haar meê naar binnen.

De ganzen vlogen dadelijk in het water, om te baden en naar voedsel te zoeken, maar Niels Holgersson had dien morgen zijn eene klomp verloren, en hij liep tusschen de elzen en berken door, die aan den oever groeiden, naar iets te zoeken, dat hij om den voet kon binden. De jongen moest tamelijk ver loopen, eer hij iets bruikbaars vond, en hij keek onrustig rond, want hij hield niet van 't bosch.

De kleine Niels Holgersson was op den kant van een landweg gekropen, die dwars door het moeras liep, om uit de vochtigheid te zijn. Hij wilde zich juist een slaapplaats uitzoeken, toen hij een troepje menschen langs den weg zag aankomen. 't Was een jonge onderwijzeres met twaalf of dertien kinderen om zich heen. Ze kwamen in een dichte massa op elkaar gedrongen, met de onderwijzeres in 't midden.

Onmiddellijk daarna zette Haspel Niels Holgersson neer in een zandkuil. De jongen liet zich op den grond vallen, en bleef liggen, alsof hij doodaf van vermoeidheid was. Er vlogen zóóveel kraaien om hem heen, dat de lucht bruiste als door een storm, maar hij keek niet op. "Duimelot," zei Windsnel, "sta nu op! Je moet ons helpen met iets, wat je heel gemakkelijk doen kunt."

"'t Is goed, dat je geen ziekte hebt," zei Niels Holgersson. "Ik zal probeeren te zorgen, dat je geholpen wordt. Ik mag zeker wel met mijn mes wat op je hoef krassen?" Niels Holgersson was juist klaar met het paard, toen hij stemmen op de hoeve hoorde. Hij zette de staldeur wat op een kier, en keek naar buiten. 't Waren Vader en Moeder, die van den weg kwamen, en naar het huis gingen.

Ze hebben al lang het groote huis Glimmingen verlaten en zijn naar woningen verhuisd, die zoo zijn ingericht, dat licht en lucht er binnen kunnen komen. In den tijd, dat Niels Holgersson met de wilde ganzen rondzwierf, waren er dus geen menschen in 't huis Glimmingen, maar daarom waren er toch inwoners genoeg.

Mijnheer ligt al een uur onbewegelijk. We weten nauwelijks of hij dood of levend is." "Zegt de dokter dat het afloopen zal?" "'t Gaat op en neer, Larsson, op en neer. 't Is alsof Mijnheer ligt te wachten, tot hij geroepen wordt. Als van boven 't bevel komt om heen te gaan, is hij bereid." Niels Holgersson liep zoo hard hij kon, om de onderwijzeres en de kinderen in te halen.

"Dat kun je toch niet meenen," zei de ganzerik, en keek heel verschrikt, want nu hij had getoond, dat hij in staat was, de wilde ganzen heel naar Lapland te volgen, had hij erg veel lust om terug te komen in het ganzenhok, in den koestal van Niels Holgersson.

Nooit had hij gedacht, dat hij zooiets groots zou hooren, dat iemand zijn leven voor hem wilde wagen! Van dat oogenblik af kon men niet meer van Niels Holgersson zeggen, dat hij van niemand hield. 't Was een avond in Karlskrona, en de maan scheen.

Waarom gaat er niemand naar de villa om dat te vragen?" Maar daar scheen de onderwijzeres niet aan te denken. Ze keerde om, en liep langzaam terug. De schoolkinderen maakten tegenwerpingen, maar zij wilde niet toegeven. Toen dacht Niels Holgersson, dat hij wel mocht onderzoeken of de zieke te zwak was om naar 't zingen te luisteren, en hij liep op het huis toe.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek