United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wel, Sambo," zeide hij tot een haveloozen kerel, zonder rand aan zijnen hoed, die zich zeer gedienstig toonde: "hoe zijn de zaken gegaan?" "Opperbest, meester." "Quimbo," zeide Legree tot een ander, die ijverige pogingen deed om zijne aandacht te trekken, "gij hebt onthouden wat ik u gezegd had?" "Dat zou ik nog al denken, meester."

Het voorwerp, dat de oorzaak van dien oploop was, deed onze vrienden verbleeken, want, nadat een hoop kleine halfnaakte jongens was voorbijgegaan, bemerkte men eensklaps te midden van het volk een paar soldaten, die een haveloozen, bijna naakten kerel van een woest uitzicht op een ezel tusschen zich in hadden. Die misdadiger, of wat hij was, leverde een erbarmelijk en afschuwelijk schouwspel op.

De witte, naakte beelden onder de boomen droegen schaduwkleederen vol zonnegaten; de godinnen waren door de zon in haveloozen staat gebracht; aan alle zijden vielen de stralen om haar. Om den grooten vijver was de aarde reeds hard gedroogd. Er was wind genoeg om hier en daar kleine stofwolkjes te doen opgaan.

Daarop schoor hij zijne haren af, bestreek zijn gelaat met een bijtend sap, schilderde zijne wenkbrauwen zwart en zijne lippen rood en toen hij zich ten slotte met rood krijt een kruis op den kalen schedel geteekend had, zou niemand in dien haveloozen nar den schoonen ridder van voorheen herkend hebben.

Al was Deine-Meu in d'r twee en zeventigste jaar, haar gezicht had ze nog best, en toen ze den kerl dus aanzag, kon ze een! "Is 't meugelik!" niet weerhouden, want, in den haveloozen man met de verglaasde oogen en den ruigen baard, had ze terstond Pauls vader, Teunis Dissel herkend. "Teunis! Teunis! is 't meugelik!" herhaalde de oude vrouw: "Gij hier.... is 't meugelik! is 't meugelik!!"

Daar hij zijn Moorsch hoofddeksel had weggeworpen, was hij blootshoofds. Bovendien was door het klimmen zijne uniform op verscheidene plaatsen gescheurd; kortom, niemand zou in dien haveloozen, met bloed en stof bedekten man een kapitein van het Fransche leger hebben herkend.

Zijne manieren waren vrij en sans gêne, maar niet eigenlijk gemeen; zijne kleeding ook had niets van een haveloozen vagebond, al was zij eenigszins fantastisch en opzichtig, een kort zwart fluweelen jasje met metalen knoopen, een kleurige foulard losjes om den hals geknoopt, een pantalon collant van paarlgrijs laken en verlakte rijlaarzen met sporen, zware gemsleeren handschoenen, en de chapeau croqué, die op den grond gevallen was bij zijn woesten sprong, stelden een elegant rijgewaad daar, zooals een vreemdeling of een student het zich ten onzent zou veroorloven.

Het gelaat van een haveloozen bedelaar, die haar in Nice verschrikt had, zag haar plotseling dreigend aan. En met iedere seconde wisselde het vizioen van omgeving en van personen. Zij wierp het laken, dat zij over zich heen had getrokken, van zich af, want een klam zweet parelde op heur gelaat en op haar hals. Doffe geluiden troffen de geprikkelde zenuwen van heur gehoor en verschrikten haar.

Hij had groot gelijk, zijn waardigheid niet onder stoelen en banken te steken, want men zou hem op het oog voor een haveloozen voddenraper hebben gehouden. Dat mijnheer de secretaris van gemengd ras was, daaraan behoefde men niet te twijfelen. Zijn tint deed denken aan tabakssap en was te geel voor een neger.

Zij herkenden in hem niet den haveloozen en verlaten deugniet, die eenige jaren te voren hun hulp had gevraagd, en zijn oom vertelde hem zelfs het gebeurde met de duivels, alsof zij op deze wijze een indringer verdreven hadden.