Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
En al deze deugden bloeien op een bodem van wèl overleggend verstand. Of is daar geen verstand in kalmte, en geen onverstand in opwinding? De laatste werkt zelfvermoeiïng, en leidt daarenboven tot niets. Mitsdien zijn wij kalm. Ook minzaam zijn wij. Dit, dewijl vriendelijkheid den mensch meer in rust van rondom doet leven dan hatelijkheid.
Ik wist dit saluut niet te beantwoorden, omdat ik, evenals de kanonnier van Landguard-fort, geen kruit had; inderdaad gevoelde ik de waarheid van de hatelijkheid.
Het in ernst voor uw hoed op te nemen, is wat al te gek. Het met een: "hé, vindje dat?" af te laten loopen, verraadt volslagen gemis van tegenwoordigheid van geest. Te repliceeren met een hatelijkheid op des critici eigen hoed, is wat kwajongensachtig.
Maar ook van degenen, die hem al vroeger hadden lastig gevallen, kreeg hij veel hatelijkheid te verduren; vooral toen hij zijn zoon die vrijwilliger wilde worden met toestemming van den hertog daarvan terughield, daar August de eenige was, die in zijn zaken en handschriften den weg wist.
Om mij nu verder te verdedigen tegen het onbekookte verwijt van hatelijkheid, merk ik op, dat men altijd aan het vernuft de grootste vrijheid gelaten heeft om straffeloos op een geestige wijze den spot te drijven met het dagelijksch leven der menschen, mits de groote vrijheid niet in razende bandeloosheid ontaardde.
Ik sprak nooit den admiraal of eenig hoofdofficier aan, dan wanneer hij het eerst iets tegen mij gezegd had, en dan verkocht ik eenige toepasselijke hatelijkheid, welke mij niet zeer moeielijk viel, omdat ik de meeste karakters kende en wist wat er alzoo op de verschillende schepen omging.
Ik acht de waarheid hooger dan het Staatsblad en geef openlijk deze verklaring al zoude mijne ongeschiktheid tot ambtenaar als een onmiddellijk gevolg dier verzekering beschouwd worden." De toon zijner verantwoording is scherp, soms pathetisch. Als hij er kans toe ziet, schrijft hij graag een hatelijkheid aan den steeds aanmerkingen makenden chef.
Elinor was ernstig boos; maar Marianne scheen de hatelijkheid niet te willen opmerken, want zij antwoordde bedaard: "Neen, tòch niet; want in ernst, ik ben overtuigd, dat alleen nauwgezetheid van geweten Edward verhinderde naar Harley Street te gaan.
"Dat zit," zeide mevrouw ordinair: "as jij alléén van de Noordpool na de Zuidpool gaat, kijk je an de Noordpool en an de Zuidpool enkel de zòlderkamers binnen net as vooreergister of 'k 't niet gemòrken heb! 'k Stop me oogen in me zak!".... Meneer ontweek de hatelijkheid. 'n Vrouw blééf vrouw.
Weet gij dan niet, dat indien de kringen, welke gij zoo verlangend zijt binnen te treden, zich voor u openden, gij in gestadigen angst zoudt verkeeren voor eene toespeling op uws vaders afkomst, eene hatelijkheid op uw aangewaaiden rang?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek