Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juli 2025
Na een poosje meenden zij, dat het wel twaalf uren zou zijn; zij gaven nauwkeurig acht op de schaduwen en gingen aan het graven. De hoop begon in hun hart te herleven; hunne belangstelling werd grooter en hun vlijt hield daarmede gelijken tred. Het gat werd al dieper en dieper en telkens, wanneer de bijl op iets hards sloeg, sprong hun hart op van vreugde.
Ook die tweespalt van de moderne samenleving noteert de dichter, in zijn eigen hooge stemming tegenover het leven; hij spaart de ouderen niet, en hij erkent het recht van de jongeren. Maar men voelt dat het hem niet gemakkelijk afgaat. Daar is iets hards, en daar is een breuk. Ibsen was toch een man van het verleden geworden. Ja, erger: in veel opzichten was hij ouderwetsch....
De jongen was van plan allereerst een duin op te klauteren, om te zien hoe het land binnen de duinenrij er uitzag. Maar toen hij een paar stappen had gedaan, stootte hij met zijn klomp tegen iets hards. Hij boog zich neer, en zag, dat het een klein koper muntje was, zoo door roest verteerd, dat het bijna doorschijnend was.
Ik dacht dat hij woedend boos zou worden en wierp een angstigen blik naar Mattia, die naar ons luisterde, zonder den schijn ervan aan te nemen, om hem getuige te doen zijn van de onhandigheid, die hij mij had doen begaan; maar dit gebeurde niet; toen de eerste aanval van drift voorbij was, begon hij te glimlachen; wel is waar was er iets hards en wreeds in dien glimlach, maar hij glimlachte toch.
En in hare harde levenskracht schijnt ze te vergeten, dat scherf en ruïne schoonheid kunnen zijn, en dat de ziel van die schoonheid toch blijft: de weemoed van hun verleden... Want die weemoed roert haar niet en tusschen hare ruïnes bouwde zij zich weêr op en wat er van hare ruïnes overbleef, gebruikte zij soms praktisch: hare tempels werden kerken, uit wat zij overhield aan antiek marmer trok zij nieuwe paleizen omhoog.... Tot op onzen modernen tijd toe is zij vitaal gebleven, en dit vitale heeft iets onsympathieks, iets hards, iets, dat afweert en geene innigheid verlangt en geene weekheid dulden kan, en strak blijft zien, met droge oogen.
Soms zegt men zoo wel: »Predik het Evangelie niet te streng, niet te hard, stel het vriendelijk voor en poog te lokken!« Welnu, dat geschiedt hier. Hier is niets hards, niet onvriendelijks, maar alles uitlokkend en verleidelijk. Er is een vriendelijk nooden. Er is een roepen naar een feestmaal. Er is een lokken naar een ure van vreugde en heugelijk verblijden.
Ik bespeurde geen gevolg op al wat ik deed, maar bemerkte duidelijk dat mijn kamer voortgesleept werd; en binnen den tijd van een uur, of minder, stootte die zij van de doos waar de krammen waren, en die geen vensters had, tegen iets hards. Ik vreesde dat het een rots was, en voelde mij meer dan ooit ontsteld heen en weer schudden.
Bevend en geschokt haalde zij den deken vast over zich heen; doch toen voelde zij hoe iets hards haar op de borst drukte en toen zij er met de hand naar tastte, scheen het haar een medaillon te zijn; zij bracht het te voorschijn, toen Fransje met den mantel was heengegaan en het bleek een kleine, ronde, glanzend-gepolijste spiegel van metaal. „Dat is een geschenk van de oude,” riep zij blij gezind uit en het scheen, of vurige stralen uit den spiegel schoten, die in haar gemoed drongen en het weldadig verwarmden.
Het is misschien een vergissing, dacht ik, het brood bekijkend; maar het zag er zoo smakelijk uit, het rook zoo lekker, dat ik, zonder mij te bekommeren over de herkomst of over zijn bestemming, besloot het op te eten. Toen ik het wilde aansnijden stiet mijn mes op iets hards. Ik keek en vond een kleine Engelsche vijl, die men in het deeg had laten glijden voordat het brood was gebakken.
Nu zat hij op een tafel. Nu lag hij tegen den muur. Nu stond hij te waggelen overeind. Nu kwam iets hards en vlugs tegen zijn kop aanbonzen. Nu knielde hij. Nu werd hij van achteren opgestampt. En ineens beukte een zwarte masse aan op zijn voorhoofd. Was tegelijk het licht uitgegaan?... Het licht was uit. In Johan Doxa was het licht uit. Daar kan niet aan getwijfeld worden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek