Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
"Dwaas!" zeide Mom: "juist daarom zou uw lot gunstiger staan dan het mijne, omdat gij niets te verliezen hebt, terwijl ik veel op het spel zet; echter is het met mijn huwelijk nog lang zoo zeker niet; mijn krediet is sedert eenigen tijd aanmerkelijk gedaald, en zoo er heden geen geld van Grobbendonck komt, laat ik den aanslag varen;.... doch zie eens toe, Elbert! heeft Teun Wezer niet twee vreemde passagiers aan boord?"
"Doch! indien de Heeren mij vergunnen, een vraag te doen: waarom heeft de gevangene voor vier weken het slot te Sonheuvel op een zoo vreemde wijze verlaten?" "Ten einde mij naar Den Bosch te begeven." "En met wien hebt ge daar omgang gehad?" "Met mijn oom, Don Louis de Velasco, met den Heer Vicaris, met den Heer Van Grobbendonck en met eenige Remonstrantsche uitgewekenen." "Zoo!
"Voor Uwe H. heb ik dat niet gezegd," zeide Spinola, ziende dat Ambrosius insgelijks vertrekken wilde: "UEd. mag de tijding gerust vernemen, welke wij met ons brengen." "En welke is die?" vroeg Velasco, hoogst nieuwsgierig. "Zijne Majesteit...." antwoordde Spinola, de schouders ophalende. "Is toch niet overleden," viel Grobbendonck in, met drift. "Is overleden," antwoordde Pekkius.
"Wat zegt gij?" riep Don Louis verschrikt: "hij gevangen! voorwaar, alles loopt samen om onzen neteligen toestand te verergeren." Vlascamp trad onder dezen uitroep binnen en meldde den Generaal, den Kanselier en den Overste Grobbendonck aan. "Slechte tijding!" zeide hun Velasco, toen zij binnentraden: "deze Heer meldt mij, dat Pater Eugenio op Sonheuvel gevangen zit."
"Ik eer uw nauwgezetheid," antwoordde Grobbendonck: "wij begeeren ook, dat UEd. alleen naar die overtuiging zult handelen: het zal ons zelfs aangenaam zijn, indien UEd. onvoorwaardelijk 's Konings gunsten wilt aannemen; want daardoor zal de wereld zien, hoe ons Hof, ook zonder hoop op de wedervergelding, deugd en bekwaamheid weet te loonen en voor te staan; doch wij willen UEd. geenszins overrompelen: denkt over ons voorstel na, Mijne Heeren! raadpleegt, zoo 't u goeddunkt, uw geloofsgenooten, uw Hollandsche vrienden, ja voornamelijk uw verstandigen en doorluchtigen beschermheer."
Hoe is het met de Tielsche samenzwering gelegen? is er van dien kant wat te verwachten?" "Mij onbewust," antwoordde Grobbendonck: "ik wacht Pater Eugenio dagelijks terug om mij kennis van het aldaar verrichte te geven. Doch misschien zal de Heer Vicaris, die heden van Tiel kwam, UEd. meer licht kunnen geven."
"Denkt gij," zeide Maurits, hem scherp aanziende, "denkt gij waarlijk, dat dezen mijn getrouwste legerhoofden zijn? Doch lees verder." De volgende brieven, door andere voorname Spaansche oversten onderteekend, luidden in denzelfden toon als die van Grobbendonck, en gaven aanleiding tot soortgelijke aanmerkingen van weerszijden.
"Zoo gaat het," merkte Grobbendonck lachende aan: "die met Spinola gaat, moet immer voorwaarts; dat is zijn oude gewoonte. Laat ik u een roemer wijn vullen, Heer Kanselier." "Hoe staat het gelaat zoo bedrukt, Generaal?" vroeg Velasco: "zijn er slechte tijdingen?" "Van belang," antwoordde Spinola: "doch vergun mij te vragen, wie zijn die Heeren?"
Volg gij maar letterlijk mijn voorschriften, en ik help u hier uit, eer het jaar een dag ouder is;.... doch zeg mij vooraf: heeft Grobbendonck de laatste brieven des Graven wel ontvangen?" "Ik herhaal u, ik weet van Graaf, van Grobbendonck, noch van brieven. Ik heb een pakket vanwege de Remonstrantsche Heeren medegebracht, zonder te weten wat er inzat: ziedaar mijn heele misdaad."
"Gij behoeft met mij niet te veinzen," hernam de kapitein: "ik weet alles: ik weet, dat gij van Grobbendonck gezonden zijt om met den Graaf te onderhandelen: Ik vermoedde reeds, toen ik u te Tiel zag, dat gij mede tot het eedverwantschap behoordet."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek