Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Wij komen naderbij en zien, dat het arme dier beklemd zit onder een muur, in eene houding, die het vreeselijke pijn moet veroorzaken. Wij willen hem bevrijden, en ruimen steen voor steen het puin weg, dat hem bedekt. Na een uur werken gelukt het ons, touwen onder het grauwtje te spannen en hem uit zijne benarde positie te verlossen.
Van verre hoorde hij een klokje kleppen en een gedruisch als van vele menschen die altegader spreken. 't Is eene bedevaart, en de heeren pelgrims zijn zeker in grooten getale. Houd u goed vast, mijn zoon, dat zij u niet van het grauwtje stooten. Wij zullen zien. Komaan, ezeltje, wat gauwer, toe! En de ezel draafde.
Gebeurde dat evenwel niet, dan bleef grauwtje midden op de brug plotseling staan, zette de voorpooten vooruit, stak zijn kop er tusschen, wierp zijne achterpooten in de hoogte en zijn berijder netjes over zich heen, om daarna in galop zijn weg te vervolgen. Dat was nu al verscheidene malen gebeurd, en nog niemand was het gelukt om den weerbarstigen ezel te temmen.
Desniettemin bespeurde hij nog iets als medelijden met zijn grauwtje, dat met verdraaide oogen op den grond lag en zijn bek opendeed, alsof het ieder oogenblik een roerend klaaglied dacht aan te heffen.
Hoe ouder ze zijn, hoe meer ze babbelen: de jongeren zitten meer met minnarijen in 't hoofd. Den ezel beziende, ging hij voort: Dat betooverde grauwtje staat goed op zijne pooten, dunkt mij; ik ga het ergens berijden of verkoopen. Zonder een woord te spreken, kocht hij een maatje haver, hetwelk hij den ezel vóór zette.
Dan had Bruin weer reuzenkracht noodig, om hem vooruit te doen gaan. Eindelijk, na veel schreeuwen en nog meer slaan, bereikte hij Dik, maar nu scheen de ezel er ook genoeg van te hebben. Hij bleef staan en wilde geen poot meer verzetten. Bruin sloeg er onbarmhartig op los en schreeuwde als een bezetene, maar niets hielp. Grauwtje bleef, waar hij was, en Dik ergerde zich geweldig.
Hierop keerde hij zich weder naar zijn ezel, gaf hem met zijn langen stok twee flinke slagen rechts en links op zijn rug, en riep hem toe: »Niet waar, grauwtje? het doet toch goed te hooren, dat er op een koninklijken rug ook nog wel een plekje is, waar de slagen vallen." Ondertusschen was de Nubische in tweestrijd of zij den ezel niet zou doen omkeeren en eerst bij Didymus aangaan.
"Dan wil ik hem weer veroveren, al zou ik hem uit den afgrond van de hel halen," riep Don Quichot. "Volg mij, Sancho! De wagen rijdt langzaam en de muilezels, die hem trekken, zullen u 't verlies van uw ezel vergoeden." "Laat dat maar rusten, heer," zeide Sancho. "Naar ik zie, heeft de duivel mijn grauwtje al losgelaten, en 't komt op een drafje weer naar ons toe."
Hier liet hij zich van zijn grauwtje glijden, legde zich onder een boom en overpeinsde, wat hij zijn meester Don Quichot en den hertog en de hertogin al zoo vertellen zoude. Terwijl hij hierover nadacht, overviel hem de slaap, en daar hij den ganschen voorgaanden nacht geen oog had toegedaan, werd hij eerst weer wakker, toen de zon al onder en het ten volle donker geworden was.
Datzelfde deed de hertog, daar hij zijn jachtspies vaster omklemde, en de hertogin volgde hem moedig op den voet. Sancho alleen werd door schrik overmeesterd bij 't zien van het geweldig everzwijn. Vol angst liet hij zijn grauwtje in den steek, ging op den loop en deed zijn uiterste best, om een steeneik te beklimmen en zich tusschen de takken te bergen. Dat gelukte hem echter niet.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek