United States or Rwanda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoo komt het, dat het heel vaak piepende wiel tot rust komt onder de linden; de honing blijft voor de honingmakers; de gedachten volgen de bijen in den korf; of ook wel richten zij zich naar ver over de zee, waar de groote aanplantingen zijn, en het droge kruid dat nu het pijpje vult, ééns een frisch blad was in een zee van groen, geplekt met de kleur der bloemen; daarboven gonzen de bijen, wier voorgeslacht misschien van die zelfde plek voor Oud-Engeland over gekomen was, waar nu dit blad opgaat in rook, en rustig peinzen kweekt.

TITUS. Maar stel, zij had een vader en een moeder, Hoe lieten die de gouden wiekjes hangen En gonsden in de lucht hun jammerklacht! Die arme schuldelooze vlieg! Zij kwam om ons een aardig lied te gonzen, Ons te verheugen; en nu doodt gij haar! MARCUS. Vergeef mij; 't was een zwart en leelijk dier, De Moor der keizerin schier; daarom doodde ik 't. TITUS. O, o, o!

Terwijl een maand te voren aan hen, die uit de vlakte kwamen, het dal zoo goed als ontbloot van dierlijk leven was voorgekomen, maakte nu, na het wekenlang verblijf in het zwijgende hooggebergte, waar hoogstens eenige raven kringen in de lucht beschreven, elk gonzen van een insect, elk geluid van een vogel een diepen indruk op ons.

Vreemd gevormde kevers gonzen door de lucht; prachtige vlinders azen op den bloemenhonig; fraai gevederde honigvogels fladderen om heesters en struik. Vele gewassen zijn zoo rijk aan honig, dat deze er bij de minste aanraking in droppels bij neervloeit. In sommige jaren vermenigvuldigen de sprinkhanen zich op ontzettende wijze.

Ik kan 't niet knopen , dat uw' lieve Zuster besloot, u haar eenig Kind toe te betrouwen. Mooglyk hebt gy zo lang aan haar zwak hoofd liggen gonzen en huilebalken, dat zy het moest opgeven. Alles is jelui gaaijing. En 't was nog eene zoetigheid, honderd halve ryers voor haar kostgeld. En durf jy nog van geld kikken! Hoe, wat hamer! denk je dat ik een schurk of denk je dat ik razende dol ben?

De zonneschijn, de bloemen, het suizen van den wind in de boomtoppen en het droomerige gonzen der korven; de stem van den ouden, grijzen bijenman, die het oor zoo gemakkelijk volgt, terwijl hij de oude dwalingen in arabesken welft; het plotseling juichend uitgonzen van een zwerm, dat de lucht vol maakt met muziek en het flakkeren van ontelbare vleugeltjes; de stilte in den nacht met den ondertoon van het bijengegons, en de halve maan die, in wazigen nevel boven den heuveltop uitkomt; de schimmige gebogen gedaante van den ouden ijmker, luisterend aan de korfopeningen naar de oorlogskreten der naijverige koninginnen, die moeilijkheden voorspellen voor den komenden dag al deze herinneringen dringen zich nu aan den toeschouwer op, en het is hem als verliet hij zorgeloos een veilige haven voor de stormberoerde open zee.

Telkens als ik deze kleine schepsels om eene bloem zag gonzen, waarbij hunne vleugels zoo snel trilden, dat het nauwelijks zichtbaar was, werd ik aan den Sphinx-vlinder herinnerd. Inderdaad komen hunne bewegingen en gewoonten in vele opzichten met elkaar overeen.

Iedere weide prijkt met het weligste groen, hier en daar met kleine, wel niet bijzonder in het oog vallende, maar desniettegenstaande allerliefste bloempjes doorzaaid. Lustig schiet het zaad over de velden op; in de hooge halmen hoort men de sprinkhanen gonzen, terwijl de leeuwerik zingende hoog in de lucht opstijgt.

Indien de oceaan dijken maakte, zou hij ze zóó bouwen. Op deze wanstaltige versperring was de woede der baren ingedrukt. Welke baren? de menigte. Men meende versteend rumoer te zien. Men meende boven deze barricade de groote, sombere bijen van den geweldigen vooruitgang te hooren gonzen, als waren zij dáár op haar korf geweest. Was 't een haag? Was 't een dronkenmanspartij? Was 't een vesting?

Zij ademde wat snel achter den doorschijnenden wiek van den waaier, pratende met den generaal, mager en kaal, gedistingueerd, niet in uniform, maar bestard met een paar decoraties. De gasten van Mevrouw Hoze liepen door elkaâr, begroeteden elkander hier en daar, in een voortdurend gonzen van stemgeluid.