Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Vader Van Dalen, barrevoets, in broek en hemdsmouwen, begroette hem met een gullen "goên dag" en ging hem voor in 't keukentje, waar hij een lichtje opstak.
Het noodigen gaat van de buurt uit en wordt als noaberplicht beschouwd. Te Borkulo doen twee jongezellen uit de buurt als broedlachtneugers dienst; zij trekken er op uit met bontversierden hoed en stok en vangen aldus aan: Goen dag! Hier stoa ik op mienen staf, En weet niet, wat ik zeggen mag ... Nou weet ik, wat ik zeggen mag; enz.
Als zijn werk gedaan was en hij met den valavond naar eene taveerne van den Brugschen steenweg ging, om met kuite zijn keelgat te spoelen, dat zwart was van koolstof, riepen al de vrouwen, die, op den dorpel van heur deur den koelen avond genoten, hem vriendelijk toe: Goên avond en klaar bier, kooldrager! Goên avond en 'nen man die niet slaapt, antwoordde Klaas.
En zyn zo genaamt naar de Goën of Dorpen, in de Ooster- of Westerverdeeling gelegen; en de Wouden, om de veelheid van 't geboomte, dat eertyds mogelyk meerder is geweest, als hedendaags: en zo wat verlatynt zynde, wierden Estrachia, Westrachia en Forestensis genaamt, by de Schryvers in die taal.
En buiten kwam de Dag zooals een minnaar, en spreidde 't schemerkleed wijd open, toen hij 't om de schouders hing. Maria ontwaakte, brekende, op haar bed. En stil en klaar lag ze, ziende den goddlijken ochtendstond. En zij hief zich. Haar voorhoofd ging naar 't licht. En zij wiesch zich, bukkende naar het water. En zij at iets en zei moeder goên dag. En zij ging door de lichte hooge straten.
De laatst aangekomenen slokten en slorpten met haast de groote brokken en de lauwe koffie in, en weldra stonden allen klaar. Toen ging de deur ruw open, en Smul trad binnen. "Elk ne goên dag!" riep hij bruusk, zonder iemand aan te kijken; en hij ging naar de tafel, nam een smouterham, schonk zichzelf een kom met koffie in, en begon nu ook, zonder te gaan zitten, schrokkig te eten en te drinken.
't Was of hij geen ziertje kracht meer in zijn lichaam had en zijn armen en beenen waren als lood. Hij wenschte "elk ne goên dag" en vertrok. Hij had slechts één verlangen, één behoefte: zoo spoedig mogelijk weer thuis te zijn, om met gesloten oogen in zijn bed te liggen en te rusten en te slapen. Hij legde weer den zelfden langen weg, nu met wind en regen in den rug, af.
Dat was de gewone gebeurtenis van elken Zondagnoen en daarom en sprak men daar niet verder over. Odo kwam beneden in zijne rijbroek, gespte de sporen vast en de zeemvellene beenkleeren als André met vasten stoot de deur openduwde en binnenkwam. De jonge boerenzoon knikte goedgezind naar Julie, riep een luiden goên dag naar de vrouwe en een vroolijken: De maaltijd wel gesmaakt?
T'n was giene goên tijd in de joaren 47 en 48 as de meinschen van den honger op stroate lagen te stirven!" En hij vertelde van die nare tijden, waarvan zij allen slechts vaag gehoord hadden, maar die hij, zooveel ouder, in al hun akeligheid had meegemaakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek