United States or Japan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Naderbij gekomen behoefde Siddha wel niet lang in twijfel te staan, wien hij onder die groep van schitterend uitgedoste veldheeren, wier wapenen en paardentuigen glinsterden van goud en edelgesteenten, nu als den Keizer zelven te beschouwen had.

Tallooze vliegen glinsterden als zwevende kristallen in de zonnestralen, die door het donkere loover drongen. Als men aandachtig luisterde, kon men hun gonzen hooren als een groot eentonig concert, dat het gansche bosch vervulde. Het was alsof de zonnestralen zongen.

De oogen van Stipan Arkadiewitsch glinsterden vroolijk en lachend mijmerde hij verder. "Ja, het was heerlijk, heerlijk mooi! O! daar was nog zooveel meer schoons, men kan zich dat wakend in het geheel niet meer voorstellen dat is onmogelijk!"

De liefdezuster richtte haar kalmen, treurigen blik op Fantine en zeide: "Mijnheer de maire is op reis." Fantine richtte zich op en ging gehurkt zitten. Haar oogen glinsterden. Haar smartelijk gelaat schitterde van onbeschrijfelijke blijdschap. "Op reis!" riep zij, "hij is Cosette gaan halen." Toen hief zij haar handen ten hemel en haar geheele houding scheen zich te verheffen.

Zij was mager en scheen ziekelijk; maar hare blauwe oogen glinsterden als parelen, en op haar fijn mondje speelde eene wonderzoete uitdrukking: iets lijdends, iets smeekends, als ware het kind een levend gebed.

De lucht was heerlijk koel en geurig, en stil glinsterden de dauwdruppels op de bladeren der lelie-vormige planten, die de klare waterstroompjes omzoomden. Gezeten op een blok graniet, sloeg ik met welgevallen de verschillende insecten en vogels gade, die langs mij heen vlogen. De kolibri schijnt bijzonder verzot op zulke belommerde, afgelegen plekjes.

Terwijl hij naderde, glinsterden zijn oogen teeder en met een nauwelijks merkbaar, gelukkig en, zooals het Lewin toescheen, bescheiden triomfeerend lachje boog hij eerbiedig voor haar en stak haar zijn korte, breede hand toe. Naar alle zijden groetend en schertsend, nam hij plaats, zonder Lewin, die van zijn kant geen oog van hem afhield, een enkele maal aan te zien.

De oogen van den arme glinsterden van blijdschap, en wie weet hoe lang leunde hij op zijn spade en, keek naar de raap, alsof hij nog nooit in zijn leven zoo iets moois gezien had of zien zou. Maar toen hij de raap lang genoeg bekeken en bewonderd had, begon hij er aan te denken, wat hij nu toch wel met den reuzenknol doen zou.

De zwarte oogen glinsterden op eene manier, die tegelijk iets koddigs en iets akeligs had.

Twee oogen glinsterden als kleine vuurbollen. De kapitein begreep, dat hij door zich te bewegen het dier zou verjagen, en zijne nieuwsgierigheid was te zeer gaande gemaakt om niet te willen weten, welk dier hij voor had. Eindelijk deed het dier een paar snelle sprongen, welk het tot aan de voeten van den kapitein brachten.