Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 mei 2025


In de gleuven der jaloezieën was de rijke warmte der tuinkleuren neêrgedrukt door de schuine latten. Van boven door de jaloeziën snelden alleen nog enkele zonnestralen in de kamer neêr, die op de meubels lichtend vlekten. De stilte was van een vergulde bleekheid, als van door matglas verdoofd gloeiend goud, waar in aarzelingen van teeder blauwe, geel-rose, blank-grijze tinten zwierven.

De jongens hadden de voorbijglijdende brokken te sorteeren en ze naargelang der afmetingen in de verschillende gleuven over te brengen. Daartoe hielden zij ze met houten schopjes op. De knapen stonden op verschillende hoogten trapsgewijze, overal bezig met hetzelfde werk. Willem praatte door 't geruisch der glijdende steenkolen heen.

"'k Zal dan zeggen," hernam Berend: "da'k den Jozef al lang gemêjen heb. Of ie den boer bestêlt, da wee'k niet," wat zachter sprekende: "moar da'k dan dit, en dan dat, niet zie, dat weet 'k best." "Da's niettes!" zei Janboer wrevelig: "dat za'k van Jozef nooit gleuven; doar is de jong veuls te best toe.

Niet ver af, bij een wilde rotspartij een merkwaardig voorbeeld van rotsen door het ijs afgevlakt en gestriemd, de diepe gleuven zijn duidelijk zichtbaar. Wat verder naar de Rhue afdalende, eene woestenij van bergpuin, in 't oog vallend woest en kaal. Op deze plaats hebben de natuurkrachten een ontzettenden strijd gevoerd, en het slagveld is sinds dien in denzelfden desolaten toestand gebleven.

Maar wij willen toch liever niet kampeeren op deze plek, en achten het beter, beschutting te zoeken achter een verhevenheid van den bodem, om den killen luchtstroom te ontwijken, die ons tegenwaait van den gletscher, uit welks tallooze spleten en gleuven stroomen modderig water neerstorten.

Joa, 'k zei al lang, den Jozef bedriegt den boer, moar niemand kos 't gleuven. En 'en jong die j' as 'en keuje gefokt hebt; 't is 'en ding, 't is 'en ding! Ie hebt 'en adder oan oe boezem gekoesterd, en hie het oe lilk in oe eigen vleis gebêten." Janboer werd bleek zijn ongelukkig kind. "Moar," vervolgde Berend: "de Heere kastijdt dengenigen den ie lief het.

Nu en dan kijken wij eens, op een hoog punt gekomen, of de geheele karavaan nog aanwezig is. Als de laatste verhevenheid is beklommen, dalen wij af langs diepe gleuven, tusschen wallen van kleiaarde, naar beneden in het dal, dat zich hier in twee takken splitst. De plantengroei heeft het vroegere alpenkarakter verloren, en wordt hier in de hoogste mate grillig en wonderlijk.

Woord Van De Dag

meisjesschaar

Anderen Op Zoek