Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
Voor het eerst in zijn boksers-leven was Glendon als verbijsterd. Het was geen eindstoot geweest. Daar kon hij zijn leven onder verwedden. Hij was niet tegen de kaak aangekomen, maar tegen de kant van het gezicht en hij wist dat de stoot daar had geraakt en nergens anders. Toch was de man gevallen, had laten tellen en had 't alles prachtig gesimuleerd.
Will King was in Engeland bezet en Glendon volgde Tom Harrison halfweg de wereld rond om hem op den boks-dag in Australië te verslaan. Maar de beurzen werden grooter en grooter. In plaats van een honderd dollar, die zijn eerste gevechten hadden opgebracht, ontving hij nu twintig tot dertig duizend dollar per gevecht, en even groote sommen van de bioscoop-opnemers.
Dit werd begroet met nieuw brullend gelach, dat vanzelf wegstierf, zoodat een zachte stem, ver weg, duidelijk hoorbaar was, toen zij riep: "Ga voort Glendon! We luisteren!" Glendon bezat als Kelt de intuïtieve kennis van de psychologie der menigte.
"In godsnaam, Pat schei uit met die dwaasheden," viel Stubener in. "Ik wou, dat U mij een kans gaf om te antwoorden," sprak Maud Sangster. "Ik geloof, dat ik zelf wel in staat ben met Miss Sangster te spreken," voegde Glendon er bij. "Ga jij maar weg Sam. Ga weg en kijk eens naar de photo's."
Het was de gewoonte, dat jonge boksers den naam aannamen van oude ring-helden, dus vermoedde niemand, dat hij de zoon was van den grooten Pat Glendon en Stubener hield zijn mond. Dat was een goede verrassingsbom om later te doen springen. Na een maand wachten kwam de avond van het gevecht. Stubener's angst was hevig.
Glendon's secondanten kwamen naar hem toe om hem geluk te wenschen en zijn handschoenen uit te trekken. Maar Stubener was hen vóór. Zijn gezicht straalde, terwijl hij Glendon's rechterhandschoen in zijn beide handen nam met den uitroep: "Beste jongen, Pat! Ik wist wel, dat je 't doen zoudt." Glendon trok zijn handschoen weg.
Verscheidene malen gaf Powers kans op een eindstoot, maar Glendon weigerde den bliksemsnellen stoot toe te brengen, die zijn tegenstander zou doen neervallen. Dien stoot bewaarde hij voor twee ronden later. In het gevecht had hij geen oogenblik zijn volle kracht ingespannen of zoo zwaar gestooten als hij kon.
Toevallig viel haar oog op de Sonnetten. Zij nam het boek in de hand en keek vragend naar Stubener. "Zoo is Pat," verklaarde hij. "Hij is dol op die dingen en op kleurfotografie en kunsttentoonstellingen en zoo. Maar schrijf daar in 's hemelsnaam niets over. Zijn reputatie zou naar de maan zijn." Zij keek verwijtend naar Glendon, die dadelijk verlegen werd. Zij vond het verrukkelijk.
Het was op zulk een oogenblik, en terwijl het aan haar ongewende blikken ontsnapte, hoe Glendon maar juist aan een ernstige kwetsuur ontkwam, dat de redacteur zich naar haar overboog en zeide: "Jonge Pat zal best winnen. Hij is een geluksvogel en ze kunnen hem niet onderkrijgen. Maar hij wint in de zestiende, eer niet." "Of later?" vroeg zij.
"In welke ronde zeide hij dat mijn partij met Nat Powers zou eindigen?" Eer zij antwoorden kon, was de manager er midden in. "Nonsens Pat!" riep hij. "Schei uit. Zulke praatjes loopen er altijd. Laat het interview voortgaan." Glendon luisterde niet; zijn oogen, strak in die van Maud, waren niet langer zacht blauw, maar hard en bevelend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek