United States or Niue ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vreemde van het geval had waarschijnlijk invloed op zijn mikken; het grootste gedeelte van zijn schot hagel miste tenminste, en het ding viel slechts een oogenblik neer met een nijdig "Wzzzz," dat het onmiddellijk kenmerkte als een wesp. Toen vloog het weder op, terwijl alle strepen tegen het licht glansden. Hij zegt dat het op hem af kwam.

Haar kleine bloote voetjes huppelden als twee eigenaardige, roze, naakte, nooit-geziene beestjes door het gronde gras, waar zij wemelende lichten schaduwvlekjes, gouden boterbloempjes, witte madeliefjes en rozige appelbloei-blaadjes al door elkaar schenen te doen stoeien en te wentelen; haar oogen glansden en haar blonde haren schitterden in krinkelenden lichtglans om haar blozend gezicht; en de volmaakte vormen van haar slank en lenig lichaam lieten zich bekorend raden en verraadden zich, onder de lange, strakke plooien van het om haar middel toegeregen witte nachtkleed.

Daarna ging ik werken. Op mijn tafel rankten de narcissen. Wie binnen kwam zei: "Van wie heb je die bloemen? Van wie?" In het lamplicht glansden zij mat, als zwanendons. Enkele blaadjes kromden spichtig, maar overigens was er geen leven in. Ze waren voorover gebogen en leken te volgen het gaan van de pen, die zwarte draadjes uitkrabde. De afgesneden stengels rustten in water.

Uit zijgangen kwam een waarschuwend sein, en, met al luider wordend geratel, een reeks ertskarren; de donkere gezichten van de koelies, hurkend tusschen de brokken, glansden voorbijrijdend op in het lantaarnschijnsel.

Hij keek naar het zonnige gras en de heldere lucht en naar de breede kastanjeblaren, waarop dikke vliegen zaten, die blauw glansden in den zonneschijn. Het kreunen begon weer met dezelfde gelijkmatigheid.

Opeens liep hij het trapje op, ging de tweede verdieping over, waar het kaarsje brandde, en klom naar de derde. Hij maakte de touwen los, die aan de klepels vastzaten, en ging daarna weer naar beneden. Hij was bleek, maar zijn oogen glansden en niet van de tranen. De regen begon intusschen op te houden en de hemel werd allengs helderder.

De toppen der hoogste huizen glansden nog in den bloedigen schemer, terwijl het was alsof de vloer langzaam aan lichter en klaarder werd in een smartelijk waas van bleekblauw lila, met het sterven van het licht, met het verdwijnen van de schaduw.

En haar gezicht, roomkleurig, stond recht-op, een-weinig achterover, zóó, dat bovenwang en voorhoofd in de hoedrandschaduw werden verdoft, terwijl de zachte rondingen van kin en kaken witjes glansden. Maar in de ijle schaduw stonden wijd-open haar donker-blauwe oogen, de pupillen groot, als overwelfde meren, peilloos diep en stil pracht-glanzend....

De klimopbladeren tegen het huisje glansden in den blauwen schijn, onder hen was een duistere wereld vol geheim: daar waren holen en spelonken, waarin het maanlicht kleine, blauwe vonkjes wierp, die hun duisternis nog dieper maakten.

Juist toen hij op het dak kwam, ging de zon op, en het roode morgenlicht stroomde over Uppsala. Alle daken en torens glansden en glinsterden, en weer moest de jongen erkennen, dat het een echte vreugdestad was. "Wat bezielt je toch?" vroeg de raaf. "Nu heb je de gelegenheid laten voorbijgaan om een mensch te worden." "Met dien student wil ik niet ruilen," zei de jongen.