Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Toen Titus Gisippos zoo hoorde spreken, deed zooveel als de bedriegelijke hoop, die hij hem gaf, hem verheugde, de juiste reden hem zich schamen en hij vond, dat hoe grooter de edelmoedigheid van Gisippos was, het voor hem ongepaster was daarvan gebruik te maken. Hij antwoordde klagend aldus: Gisippos, uw grootmoedigheid en ware vriendschap toont mij klaar genoeg, wat ik moet doen.
Gisippos, die zijn tranen zag, bleef eenigen tijd in zich zelf gekeerd, alsof hij gelijk deze door de schoonheid van het jonge meisje maar kalmer bevangen was. Doch dadelijk bedacht hij, dat het leven van zijn vriend hem dierbaarder moest zijn dan Sophronia.
Gisippos bleef in Athene bij allen weinig in tel en werd niet lang daarna door zekere stadskuiperijen met al de zijnen arm en ellendig uit zijn huis te Athene verjaagd en tot eeuwige ballingschap veroordeeld.
De eene is, dat gij Sophronia hier houdt, waartoe gij niet meer recht hebt dan ik wil toestaan; de andere: dat gij Gisippos als vijand behandelt, dien gij naar recht verplicht zijt.
Maar weinigen hebben daarheen thans den boog des geestes gespannen, daar de meeste heeren wreed en despotiek zijn geworden. Achtste Vertelling. Sophronia geloovend de vrouw te zijn van Gisippos wordt die van Titus Quintius Fulvius en gaat met hem naar Rome, waar Gisippos zelf arm aankomt.
Maar toen Titus voorbij ging en Gisippos geloofde, dat die hem gezien had en vermeden en zich herinnerde, wat hij voor hem had gedaan, vertrok hij verontwaardigd en wanhopig. Het was al nacht en hij nuchter, zonder geld, en zonder te weten, waarheen te gaan, bovenal verlangend te sterven kwam op een zeer eenzame plaats, waar hij een groote grot zag.
Uw raad gaf haar een Athener en die van Gisippos aan een Romein, de uwe aan een rijken jongeling, die van Gisippos aan een zeer rijken, de uwe aan een jonkman, die haar niet alleen niet liefhad, maar haar nauwelijks kende, die van Gisippos aan een jonkman, die boven alle geluk en zijn eigen leven haar lief had.
Toen sprak Gisippos: Titus, wij moeten dezen weg inslaan: gelijk gij weet, is na den langen omgang van onze ouders, Sophronia mijn verloofde geworden en daarom als ik nu zeg, dat ik haar niet tot vrouw zou willen, zouden er groote twisten uit voortkomen.
Dat alles is niet gebeurd met Sophronia, maar zij is vrijwillig, verstandig en eerlijk door Gisippos aan Titus geschonken. Anderen ook zullen zeggen, dat het niet paste, dat hij haar aan deze uithuwde. Dit zijn dwaze en vrouwelijke klachten en uit weinig verstand voortgekomen.
Ik wil nu niet uiteenzetten, wat de heilige wetten van de vriendschap eischen, maar zal tevreden zijn u te herinneren, dat de band der vriendschap veel meer bindt dan die des bloeds, omdat wij vrienden hebben naar keuze en verwanten, naar het toeval ze ons geeft. Als Gisippos daarom mijn leven meer lief heeft dan uw welgezindheid, omdat ik zijn vriend ben, moet dat volstrekt niet verbazen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek