Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juli 2025
De keizer heeft het doodvonnis van den moordenaar in levenslange opsluiting. De richting van de spoorlijn is met een kleine door de Kamer goedgekeurd. Verwelken verdorren. Zijn frischheid verliezen. ~Verdorren~ wil zeggen: alle levenssappen verliezen, zoodat het sterven noodzakelijk moet volgen. Deze boom is bijna ~verdord~. ~Verwelken~ ziet meer op het verliezen van frischheid, kleur of geur.
Waar hij kwam, hoorde hij hetzelfde tikken, rook dezelfde lucht, en overal viel dezelfde naaldenregen. Hij hoefde niet meer stil te staan, om te zien. De kleine larven waren overal. 't Heele bosch zou al gauw door hen zijn kaalgegeten. Plotseling kwam hij op een plek, waar geen geur te merken, en alles doodstil was. "Hier is hun rijk uit," dacht de hond, bleef staan, en keek rond.
Gedurende het koken van vruchtensappen of geleiën, mag er op den haard niets anders worden gekookt, dat damp of eenigen geur verspreidt, zoo als vleesch of groenten doen; ook mag er in het vuur niet van boven worden gepookt of geroerd, want, hetzij asch, hetzij kolenwalm, zou zeer nadeelig werken op het inmaaksel dat men onderhanden heeft.
Toen die zoo goed als gaar was en er een sterke geur van af kwam, kwam er een vrouwtje van het land, Brunetta genaamd, waarop Chichibio zeer verliefd was, in de keuken en toen zij den reuk van den kraan gewaar werd en den vogel zag, verzocht zij Chichibio dringend er haar de dij van te geven.
En wat U betreft, Lijk, ik denk gij zijt een voortreffelijke mest, maar hinderen doet dit mij niet, Ik ruik den zoeten geur der bloeiende witte rozen, Ik strek mij uit naar de gebladerde lippen, ik strek mij uit naar de gladde borsten der meloenen.
Peter kwam binnen met de dienaars van Arkel, die, na een tafel uit het celletje in de zaal te hebben geschoven, eenige spijzen opdischten, waaruit een verkwikkende geur opsteeg, welke de zinnen des Bisschops liefelijk scheen aan te doen. "Kom!" zeide hij: "neem plaats, Heer Ridder! en zet alle grillen uit uw hoofd. Peter! is de draagstoel gereed?"
Hij dacht aan zijn eigen huis, daar waren ook kastanjeboomen, en altijd ging hij in dezen tijd de gladde kastanjes zoeken. Hij begon plotseling te verlangen, alsof hij een bekende stem had hooren roepen. Hij zette zich op een bank bij het groote huis en schreide zich rustig. Een eigenaardige geur deed hem opkijken. Er stond een man bij hem, met een wit voorschoot om en een pijp in den mond.
Zoo fel en bont was het leven, zoo verdroeg het den geur van bloed en rozen dooreen. Tusschen helsche benauwingen en de kinderlijkste pret, tusschen gruwelijke hardvochtigheid en snikkende verteedering slingert het als een reus met een kinderhoofd.
Wij stonden er met den neus bij, genoten van den opwekkenden geur, en luisterden naar het eigenaardig knetteren en spatten daar binnen in die donkere ruimte. Wat was dat alles heerlijk: het vuurtje stoken, het draaien, het gewichtig onderzoek van je Vader, het ruiken, het hooren.
En toen nu de krokussen, toen nu eindelijk de viooltjes voor den dag kwamen, toen kende uwe vreugde paal noch perk, en herhaaldelijk gingt gij elken dag met nieuwe blijdschap naar die eerste kindertjes van het voorjaar kijken, hoewel hunne kleur nog niet die schoonheid bezat, welke hun later zoo doet uitmunten, hoewel hun geur weinig en bijna onmerkbaar was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek