Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Waar de steenweg naar Bolderhout over de spoorbaan loopt, stond een gemetseld wachthuisje, schier te nauw om het bed te bevatten van den man, die gelast was bij den doortocht der treinen de barreelen toe te schuiven. Deze bediende moest tevens op een boogschot van daar nog eenen tweeden weg bewaken en intijds afsluiten, om alle ongelukken te voorkomen.
Een der beide aanvallers vloog in de lucht, de andere liet ons zijn achtersteven zien en koos het hazenpad; alleen Bielkenstjern bleef vechten als een leeuw. Maar wat wilde het ongeluk? De snelle stroom deed de beide schepen wegdrijven en aan den grond geraken. Het roer zat als gemetseld. Dat merkte een Zweed. Men moet het ijzer smeden, terwijl het heet is, dacht hij, en gaf ons de volle laag."
Dit gezegd hebbende begaf hij zich naar zijn schuilplaats, zijnde een verborgen kamertje, dat, in de dikte van den muur gemetseld, twee onderscheidene, van buiten bedekte, uitgangen had. Een dier uitgangen had gemeenschap met de gevangenis, waarin Joan gezeten had, en had den onbekende in de gelegenheid gesteld, om het gesprek der kinderen aan te hooren.
Wollig doorwarden boomen hun pluisweb, buigend de zwaardere takken diep naar de masten. Het waren koffen met turf, takkebossen turven gemetseld in hoog-bruine wallen, zwaar-overhuivend de zwaarden der schepen. Daarboven glimden dekken van cierlijke plankjes, met touw in krullige zwieren en rookende pijpjes die blauwig het water bewalmden.
Ziet men niet dikwijls, dat hij, die zijn voorvaderlijk huis verlaat om een nieuw en hem vreemd te betrekken, in het oude zijn geluk en genoegen achterlaat? Zóó nauw zijn huis en bewoner vereenigd, en zoo kon dan ook het gelukkige lot, dat aan die tweelinghuizen verbonden was, of volgens anderen door den kunstigen ouden bouwmeester er in was gemetseld, zich mededeelen aan de beide broeders.
In dat binnenste gedeelte staan de woningen van de goden, van de mindere, de Dewa's, en van de hoogere, de Batara's, die sierlijk zijn al naarmate de huizen van hun aanbidders dat ook zijn; soms enkel maar van bamboevlechtsel en in de zon gedroogden steen; soms gemetseld, en versierd met beeldhouwwerk, door steenen monsters bewaakt, gedragen op beschilderde en vergulde pijlers, en van deuren voorzien, een en al fijn gestoken werk, kleur en goud.
De grot was ongeveer veertig voet lang, negen of tien voet hoog, en veertien voet breed. Het was nog juist licht genoeg om te doen zien, dat in het midden op de grond wat hooi en stroo lag en eenig aardewerk, een duidelijk bewijs, dat ook andere reizigers hier vertoefd hadden. Langs de wanden waren steenen kribben gemetseld, en over het algemeen zag het er zindelijk uit.
Toen hij niet lager kon, en bemerkte dat hij nog ruim twintig voet boven den grond of liever boven het ingestorte puin was, slingerde hij zich op een tegen den muur in een nis gemetseld voetstuk, en klemde zich aan de nog heete krammen vast, welke gediend hadden om een standbeeld tegen te houden, dat half verteerd beneden lag.
In den diepsten schoot van dit bosch lag het kasteel Wildenborg. Het was een groot vierkant gebouw, uit rooden baksteen gemetseld, zwaar, bonkig en zonder eenig kenmerk van kunst of van smaak. De twee uitgebrokkelde torens, die boven zijn achterdeel zich verhieven, en de vorm der vensters lieten herkennen, dat het in den Spaanschen tijd was gesticht geworden.
Na den middag zag ik verder, de stad doorwandelende, op sommige plaatsen onderscheidene oudheden, en sommige langs de straten in de muren van de huizen gemetseld. De arenden, waarvan men 'er verscheide ziet, zijn genoegzaam levensgroot van wit marmer, keurig gewerkt, hebbende een festoen loofwerk in den bek gehad, want de koppen zijn van alle afgeslagen; en in dit, zoo wel als in andere opzigten, zijn zij elkander gelijk, zoodat, als men 'er een gezien heeft, heeft men ze alle gezien; zij hebben waarschijnlijk gediend tot sieraad van hetzelfde gebouw, en zijn onder de puinhoopen van het oude Nemausus (Nismes) gevonden. Op de plaats van het Stadhuis ziet men ook zoo een arend. Dat gebouw is ook bezienswaardig; maar het geen ik vreemd vond, is, dat 'er boven in een groote zaal verscheidene opgevulde krokodillen, waar onder die al vrij groot waren, aan den zolder hingen, omdat zulk een dier tot het wapen van de stad behoort . Onder sommige derzelve leest men, wie 'er de gevers van zijn. Ter plaatse waar thans de Hoofdkerk, een oud Gothisch gebouw, staat, meent men dat voorheen een tempel stond, aan Keizer Augustus gewijd; want men had, zoo als gij weet, dien Vorst in den rang der Goden of Halve-Goden geplaatst . Deze meening is gegrond op de oudheden, die men hier gevonden heeft. Men was druk bezig met deze Kerk optemaken, en 'er werden schoone marmeren platen en diergelijke versierselen toe gebruikt. Ik zag 'er ook in een Kapel, aan de regterhand, als men de groote deur inkomt, een fraai, doch eenvoudig gedenkteeken van wit marmer, en las op hetzelve: Ci git F. J. de Pierre de Bernis Cardinal-Evêque de la S. E. R. & mort
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek