Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 5 juni 2025


Wat, Hemel, moet hy meer in zoo veel rampen duchten! Hy roept. Zijn forsche galm klinkt in de lucht weêrom, En maakt in 's vluchtlings hart de stem der doodangst stom. Men staat. Hy nadert, spaart, in weêrwil van zijn smarten, De schaamte van 't verwijt aan hun getrotfen harten, Ontveinst zijn ongeduld, en smoort zijn felle spijt. Gij waandet uwen Vorst te dienen met uw wonden?

Eerst kondigt het klokje van het Carmelietenklooster met een fijn stemmetje de vroegmis aan; een oogenblik later valt het groote klokkenspel van Santa Maria in met een vroolijke aria, door San Miguel met zwaren galm beantwoord, waarop de klokken van San Millan als 't ware goedkeurend en aanmoedigend beginnen mee te beieren.

Ze was gelijk een galm die troebel door duisternissen echoôt en geen beteekenis heeft. Francine keek naar hem zonder hem te verstaan. Ze voelde wel dat ze in tranen ging losbarsten; maar vóor hem, die ook haar niet begrijpen zou, liet ze hare aandoening af. Voor de eerste maal zag ze duidelijk dat, waar hij niet ganschelijk over haar heerschte, zij hem wantrouwde gelijk een vijand.

Die koepel schynt 'n wén te hebben als 'n Zwitsersche berg-crétin. 't Een is zoo onzedelyk, zoo onbeschaafd, zoo ongezond als 't ander. En onze kerken! Men preekt daarin op z'n protestants, en de galm is ... onfeilbaar. De gewelven roepen: O salataris hostia, en de dominee maseurt in 't Hollandsch of nagenoeg.

Ongetwijfeld waren het vijanden, die op weg waren, om Westzaan te bespringen en te plunderen. Het gevaar naakte dus. Hij klom van den trans naar beneden en greep het klokketouw. Met zwaren galm verkondigde het brommen van de kerkklok de komst van den vijand. In allerijl verliet hij het kerkgebouw, om zich naar zijn hoeve te begeven en daar de noodige maatregelen te nemen.

Nu begon hier en daer een eenzame galm, als met wantrouwen zich te laten hooren; allengskens voegden vele andere stemmen zich erby. Het was alsof ergens een slaperige toonkunstenaer op een onmeetbaer klavier zyne handen liet dwalen, in afwachting dat het teeken hem wierd gegeven.

Zwijgende gedaanten, in hun wijde mantels gehuld, stonden hier en daar, in mijmering verzonken. Slechts het roodgloeiende puntje van hun cigarette verried, dat zij geen spookgestalten waren, opgeroepen door den galm van het middernachtelijk klokgelui. "Ik rook, dus ben ik," konden zij zeggen.

Zij hoorden het psalmgezang der boeren uit de kerk dringen als een zachte, breede galm van eenvoudige vroomheid, en in hun stemming scheen hun dit onkunstige gezang vol van eene poëzie toe, die zich vermengde met de poëzie der donkere tinten van het loover, met den geur der dennenaalden, met de liefde in hun hart.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek