United States or Monaco ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij gaat de breede trappen op en bevindt zich aldra in die honderd voet hooge gaanderij, schier een plein op zichzelve, en altijd vol bezoekers. Hij zoekt te raden, wat de beroepen zijn, die zij uitoefenen, of de oorzaken, die hen hier brengen.

Op een bevel van den kastelein Hacket weken zij langzaam en even moedig strijdend naar den trap der gaanderij, sprongen allen te gelijk naar boven en wierpen de trapdeur toe. Terwijl eenigen hunner, die men op voorhand had aangewezen, den ganschen trap opvulden en verstopten met daartoe gereedgelegde steenen en zakken aarde, liepen de anderen naar de kapelle.

Zie, die man daar op de gaanderij, met zijn donker uitzicht, zijn platten neus en smallen, doorloopenden knevel, dien gij voor een Oosterling zoudt aanzien, en die toch een geboren Amsterdammer is, ja geen andere taal spreekt dan zijne eigene, is Jan Vos, de schilder-glazenmaker, wiens verzen gij zooeven gelezen hebt, en die jonkman met dat levendige oog, die met hem spreekt, is de boekverkooper Otto Barentsz Smient.

Het was niet de toon noch de nuance er van, maar het was de uitspraak der enkele woorden, die mij op deze gedachte bracht. Zijt gij de Shoet? vroeg ik. Ja, antwoordde hij langzaam. Dan heb ik u groeten over te brengen. Van wien? Allereerst van den Usta in Stambul. Maar die leeft niet meer! Wat zegt gij? Hij is dood. Men heeft hem van de gaanderij van den toren te Galata afgeworpen.

De overige mannen bleven met Robrecht op de groote gaanderij waar zij, binnen den toren, in allernaast met planken en tapijten eene soort van kamer timmerden, om den drie vrouwen eene behoorlijke slaapstede te bezorgen.

De zon was reeds sedert een goed uur boven de kim gerezen, toen Robrecht ontwaakte. Hij voelde zijnen geest verzwaard door den langen, loomen slaap, en stapte naar buiten, om op de gaanderij eene verfrissching voor zijn neergedrukt gemoed te zoeken. Daar zag hij eensklaps aan den zuiderkant des torens Dakerlia op eene houten bank in het stralend morgenlicht zitten.

Die dikke man vlak boven hen op de gaanderij is Bram De Haes, kantoorbediende bij Colonius en achterkleinzoon van den dokter in de Wijk. Vlak bij u in een bak zit Koo Van Lennep, ook al een afstammeling van die Sara, die gij in 1639 zaagt, en, nevens hem, Cornelia Bierens, zijne echtgenoote, met hun' zoon en dochter.

Honderden Gentenaars en tevens eenige ridders liepen binnen in den toren en beklommen de trappen, maar vooraleer zij de bovenste gaanderij konden bereiken, hadden de Kerels het logge houten gevaarte zoodanig met vlammend pik, harst en olie, met brandend stroo en met bundels vlas overdekt, dat het was alsof een vloeibaar vuur langs zijne wanden nederstroomde.

Gij kijkt naar die Juffer, die daar zoo meteen in een der kamerkens van de benedenste gaanderij heeft plaats genomen: nu! ik kan het u niet ten kwade duiden; de fiere Katharijne Baeck is, al telt zij reeds 38 jaren, nog altijd levend, helder, welgedaen, en Die schrander, snel en even jeughdigh siet, eene der schoonste onder de Amsterdamsche schoonen.

Dakerlia's wangen hadden nog iets van hunnen vorigen blos behouden, haar aangezicht was zuiver en frisch gebleven. Haar zoo op de leuning der gaanderij onder het zonnelicht ziende rusten, zou men gewaand hebben eene teeder gekleurde roze te beschouwen, die even door een storm uit het dal was gerukt geworden en boven op eene naakte rots gevoerd.