Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 30 april 2025
De vraag der opvoeding gaat Kielland na ter harte; dit is wel mee de oorzaak, dat hij op Gift twee vervolgen geschreven heeft. Het eerste heet Fortuna. De schooljongen uit Gift, Abraham Løvdal, die bij zijn confirmatie zoo'n mooi gouden horloge, maar nog mooier lessen in levenswijsheid van zijn vader kreeg, treedt hier als man op.
Deeze pracht was nog verre beneden die van den heer D'AHLBERG die behalven eene goude snuifdoos, met edele gesteenten omzet, en hebbende de waarde van 600 ponden sterlings, my twee stukjes zilver geld vertoonde, met goude randen, en met diamanten omzet, met dit opschrift: Soli Deo gloria, fortuna beatum &c.
Tyche, Tyche, of Fortuna, dochter van Oceanus en Tethys of van Zeus en Promethea, godin van toeval en geluk. Zij wordt afgebeeld met verschillende attributen: gewoonlijk heeft zij een muurkroon op het hoofd en een horen van overvloed in de hand, soms heeft zij een roer of een bol in de handen of staat zij op een bol.
"Hoe hoog staan de aandeelen van Fortuna op dit oogenblik?" vroeg de predikant, toen zij een poosje gepraat hadden. "Ja, om u de waarheid te zeggen, dat weet ik niet. Toen ik er 't laatst van kocht..." "Koopt u ze dan zelf?"
Tot ons groot geluk evenwel bedaarde de stortbui na eenigen tijd, zoodat wij, ook met het oog op de groote waarschijnlijkheid midden in den nacht geen logies te kunnen krijgen bij anderen, besloten onze hangmatten weder op te zoeken in de hoop verder niet meer in onze slaap gestoord te zullen worden. Fortuna was met ons, het bleef droog. April 25.
De vlaggen hingen onbewegelijk in rijke plooien neer over 't laatste groen uit de tuinen, goudgele bladen en roode bessen. Aan beide zijden stond de nieuwsgierige menigte uit de stad; maar beneden aan den heuvel hadden de arbeiders van Fortuna zich om een lange tafel geschaard, waar ze werden onthaald op bier en sigaren. Hun vrouwen en dochters stonden in groepjes daar omheen; stil en ernstig.
"Ja dat kan ik niet vertellen." "Neen, nu moet ik wel lachen! dat zijn de domste wenschen, die ik ooit gehoord heb; maar meer nog meer domme wenschen!" "Dan wou ik, dat ik op een stoomschip was." "Och ja! wie moest er meegaan." "Veel, heel veel menschen! Alle arbeiders op Fortuna." "Wie nog meer?" "Jij moest meegaan." "Wie nog meer?" "Je vader." "Wie nog meer?" "Mijn vader." "Wie nog meer?"
Die kennissen waren mannen, waarvan de meesten ik weet niet waar vandaan kwamen en die door hun gelukkig gesternte hun betrekkingen hadden gekregen. Zij gevoelden zich behagelijk in hun positie, schreven de weldaden, waarmee de koning hen had overladen, slechts aan eigen verdiensten toe en vergaten zichzelf. O Fortuna! zoo deelt gij meestal uw diensten uit.
Wij zullen de stad bestormen, en daarmede is het uit. Zoo zie ik de zaak in." "Ja, gij begrijpt dat zeer goed. Audaces fortuna juvat, zegt het spreekwoord; en als dat waar is, zullen wij ongetwijfeld Samarkand veroveren; of liever gij zult dat doen, gij alleen, dappere Gloudoff!"
Maar terwijl hij zich weer tot den bankdirecteur wendde, die langzaam zijn handschoenen aantrok, kreeg hij een goeden inval: "Als u zoo angstig voor uw aandeelen in Fortuna is, dan is 't beter, dat ik ze overneem. Hoeveel hebt u op 't oogenblik?" "Ik heb er tien, maar ik kan niet verwachten, dat u ze weer terug zult nemen, Professor."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek